Parasols?

column Regiobode 12 september 2006
Het lijken net vijf hijskranen. Een beetje van het type dat je op kademuren ziet om schepen te lossen. In werkelijkheid zijn ze niet zo groot als hijskranen, maar vanwege hun functie en plaats komen ze toch kolossaal over. Het zijn namelijk de vijf enorme parasolstandaards waarmee hij zijn terras overkapt. Ieder paal zit perfect in de bestrating van het plein verwerkt, alsof ze er gegroeid zijn in plaats van gemonteerd. Dat moet nog een hele kluif geweest zijn om dat voor elkaar te krijgen, gezien de rotsige ondergrond op het hoogste punt van de stad. Zijn terras bereik je namelijk pas na een fikse klim door de smalle middeleeuwse straten. Iedere paal draagt twee enorme vierkante lappen uitgeklapte parasol die zijn drie rijen tafeltjes met stoeltjes in de schaduw houden. Waar de lappen elkaar raken, kunnen ze door middel van ritssluitingen aan elkaar geritst worden. Hij moet op de stoelen van zijn terras klimmen om de ritsdelen in elkaar te steken. De afstand van het te ritsen oppervlak overbrugt hij door, met en stok waaraan een haakje is bevestigd, naar voren te lopen. Dat ziet er gemakkelijk uit. Waarschijnlijk gemakkelijker dan het is. Het zal wel door oefening gebaarde kunst zijn, want zo sierlijk als hij het doet - laverend tussen de tafeltjes en stoeltjes - verdient het deze kwalificatie wel. Maar behalve deze kunstige behendigheid is het vooral de techniek die hem aan zijn vijf parasolpalen bindt. Voorafgegaan door een monsterende blik op de weersinvloeden op het plein, komt hij naar buiten met een grote slinger-achtige sleutel waarmee hij iedere paal afzonderlijk kan stellen. Dat vergt concentratie en op dat moment een bestelling plaatsen is niet verstandig. Het is beter om even te wachten. Als hij er zeker van is dat zijn terrasoverkapping in perfecte balans boven ons hangt, is zijn concentratie weer beschikbaar om onze vraag naar een tweede kopje koffie aandachtig in zich op te nemen. Zijn lange slanke lichaam buigt zich op dat moment iets naar ons toe en zijn innemende glimlach en korte knikje bewijzen dat hij ons verstaan heeft. Aanvullend bewijs klinkt prompt als hij achter ons zijn etablissement binnenloopt en de bestelling als opdracht herhaalt in de richting van degene die de koffiemachine bedient. Het terras en het plein beschikken nog over de rust die bij de pas aangebroken dag hoort. Er zijn nog maar weinig toeriststen. De straatveger komt met zijn motorbezem de hoek om; een soort grote groene overkapte kruiwagen met ronde draaiende borstels die hij voor zich uitduwt. Het overige verkeer bestaat uit kleine bestelwagens die de winkels en restaurants bevoorraden. Een eerste groep Japanners trekt al fotograferend voorbij. Geen tijd voor koffie beginnen ze linksaf voorbij het terras aan de steile afdaling richting stadspoort. Aan de overkant van het plein komen de eerste hotelgasten naar buiten en knipperen onwennig met hun ogen in het felle zonlicht. Ze kiezen voor een plaatsje op het terras bij hun hotel. Ze moeten zich behelpen met de kleine cocacolaparasols die tussen de tafeltjes staan. Nee, dan wij. Aan de schaduwkant van het plein zitten wij onder het meest geavanceerde parasolsysteem dat de stad kent. We kennen inmiddels het geheim van deze investering. Het gaat onze gastheer en niet om ons voor zonnestralen te beschermen die zelfs aan het eind van de middag deze donkere hoek van het plein amper bereiken. Het zorgvuldig aansluitende dek boven ons hoofd is er om te voorkomen dat de alomtegenwoordige duiven ons in de koffie kakken. Daar is ons tweede kopje koffie. We zijn er aan toe. Een beetje rillend omvatten we de dampende kop.

Nel Son