Vakantieboek

column Regiobode 24 juni 2009
Je hebt zo snel gemakkelijk praten als je een poosje in het buitenland bent geweest. Met de glooiende vergezichten van je vakantieland nog voor het geestesoog, oordeel je misschien niet helemaal helder over de vlakke Nederlandse realiteit. Een realiteit waarvoor je was afgesloten en die in een stapel kranten op je keukentafel op je ligt te wachten bij thuiskomst. Als mijn vakantiebroeken, topjes en bikini in de wasdroger rondtuimelen, begin ik met een kopje koffie aan het leeswerk. Nu ja, lezen; een beetje scannen. Na veertien dagen is de hoeveelheid wereldnieuws van dusdanige omvang, dat ik me toesta er een deel van te mogen missen. Er gebeurt toch maar weinig in twee weken dat later in de geschiedenisboeken terecht komt, is mijn ervaring. Van de Europese verkiezingen had ik de voorspelbare uitkomst al terloops afgelezen in de chocoladeletterkoppen bij het passeren van de krantenkiosk. Daar horen we de komende vier jaar mooi niks meer over. Hoe anders is het met het nieuws van dichtbij, waarover mijn ochtendblad De Gelderlander zo accuraat weet te berichten. Het lint van nieuws waar ik binnen een uurtje in verstrikt raak, leest als een roman van Dan Brown. De schrijver van onder andere de Da Vincicode en het Berninimysterie, zou zich door het politieke gestuntel in de Gemeente Rheden gemakkelijk kunnen laten inspireren tot een volgende page turner! Het begint ogenschijnlijk onschuldig met een kort berichtje over de overschrijding van het budget personeelskosten. Een miljoentje teveel uitgegeven aan interimkrachten en meer ambtenaren in vaste dienst dan eigenlijk de bedoeling was. Even later blijkt dit hoogst explosieve kost te zijn als de bezuinigingen worden aangekondigd. Dat miljoen hadden ze nooit gemist als ze niet met projecten aan de gang waren gegaan die hun eigen ambtenaren niet konden behappen. Een zweem van grootheidswaanzin en verlangen naar onsterfelijkheid - zo eigen aan politieke bestuurderen - ademt de lezer tegemoet. Intussen groeit het intrige verder. Tegen de wil van de burgers in en eigenlijk zonder financiƫle dekking, wordt er ineens begonnen met het graven van een tunneltje onder een weg die niet eens van de Gemeente is. Ook het terrein voor een nieuwe brandweerkazerne blijkt in rap tempo bouwrijp te zijn gemaakt. Plotseling is er ook geld voor een nieuw zwembad terwijl niemand snapt waar dat dan ineens vandaan komt. Het verhaal wordt ondraaglijk spannend als de cultuur en het welzijn er aan moeten geloven. In snelle scenewisselingen lezen we over een verradelijke doodssteek voor het Kunsthuis in Velp, de genadeklap voor het theater van de sprookjes met een vallend doek voor het Filmhuis. En passant lijkt er sprake van kindermoord voor de peuterspeelzalen en wordt er een aanslag op de bibliotheken gepleegd. Er dreigt ondertussen een volksoproer over betaald parkeren bij de bejaardensoos en het maatschappelijk werk. In een aparte verhaallijn lezen we tot onze verbijstering dat het jongerenwerk verwoede pogingen doet, te achterhalen wat de kids liever willen dan op de bank hangen en dvdtjes kijken. Ben ik werkelijk thuis of ben ik nog gevangen in een spannend vakantieboek?
Nel Son