Wit glas

column Regiobode 28 mei 2008
Ik heb graag mijn dingetjes op orde. Daar bedoel ik dan bijvoorbeeld mijn ladenkast met sokjes en panty’s mee. Daar moet orde heersen. ‘s Morgens voor ik naar het werk ga moet ik er met de ogen dicht de juiste kleur en uitvoering voor die dag uit kunnen pakken. Bij mij ook geen losse bankafschriften of ongeopende enveloppen. Nee, alles netjes op nummer in de daarvoor door de bank verstrekte map. Soms denk ik wel eens dat ik doordraaf, maar ik ga ook altijd met drie tassen naar de glasbak. Eentje met groene flessen, eentje met bruine flessen en een tas met de witte flessen, jampotjes en afgedankte vaasjes (van wit glas!). Ach, zo erg is het allemaal niet, houd ik mezelf voor. Andere mensen hebben hier geen last van. Ook in het openbaar ben ik erg op orde gesteld. U zult mij hoogstzelden uit de toon zien vallen. Dat is allemaal niet zo moeilijk, hoor. Ik hoef alleen maar op mezelf te letten. Hoe anders wordt het als je voor de openbare orde van iedereen verantwoordelijk bent. Petra van Wingerden, de burgermoeder van de Gemeente Rheden, kan daarover meepraten. Uit hoofde van haar functie is zij degene die over de openbare orde in haar gemeente gaat. Nu is Petra er niet de vrouw naar om deze taak licht te nemen. Blijkt ook wel uit haar ingrijpen in de organisatie van het aanstaande Zomerfeest aan de IJssel in Dieren. Al tientallen jaren zetten de Dierenaren het een avond of twee op een vrolijk zuipen aan de boorden van de IJssel bij het Veer en laten de goede gesprekken die ze daarbij voeren overstemmen door muziek. Een traditie het dorp waardig, zou ik willen zeggen. De plaatselijke horeca haakt jaar en dag op deze gewoonte in, door op de stoep voor hun kroegen het bier rijkelijk te laten vloeien. Altoos is het er na het verstommen van de muziek aan de IJssel nog een paar uurtjes een gezellig samenzijn van je welste. Er heerste een gemoedelijke orde waarbij iedereen in het openbaar net boven zijn of haar theewater raakt. Er loopt een plaatselijke koddebeier een oogje in het zeil te houden en ook de uitbaters van de café’s is er alles aan gelegen dat het gemoedelijke sfeertje zo blijft. Voor Petra is dit echter over en voorbij. Vorig jaar schijnen wat jongelui, op het anderhalve kilometer verder gelegen Callunaplein, elkaar op onordelijke wijze in het openbaar de kleding te hebben afgestoft. Matten! Toen Petra daar van hoorde was de maat vol. De horeca-ondernemers op het gezelligste pleintje van het dorp, moeten tijdens het komende Zomerfeest om negen uur ‘s avonds hun zaken sluiten. Stel je voor, moet Petra gedacht hebben, dat ze om te knokken dit jaar niet naar het Callunaplein lopen. Bovendien is Petra van de alcoholmatiging (nou nog één rosé-tje dan!) en weet ze als geen ander hoe laag ze in de regio in de pikorde staat voor politie-inzet. Trekt grote zus Krikke in Arnhem met gemak een blik agenten open als er weer eens iets in Gelredome te doen is, Petra kan amper zestien veldwachters op de been brengen. Wat haar - met een verwijzing naar de openbare orde die Wij Petra te verdedigen hebben - wèl lukt is de uiterst vreemde maatregel af te kondigen dat er geen biertje meer te krijgen is als iedereen na twaalf uur met een schorre en droge keel van de IJssel het dorp in trekt. Voor de verstoring van de openbare orde die ze daarmee bewerkstelligt, houdt menigeen het horecahart vast. Petra doet hiermee een heel contraproductieve ingreep in de natuurlijk orde van een Dierense traditie. En dat voor een liberaal. Petra moet eens wat vaker naar de glasbak. Roséflessen moeten bij het witte glas.
Nel Son