column Regobode 27 augustus 2008
Ik zou de wereld een huis willen bouwen en het meubileren met liefde. Appelbomen willen laten groeien en honingbijen en sneeuwwitte tortelduiven. Ik zou de wereld willen leren zingen in perfecte harmonie. Ik zou het in mijn armen willen bewaren en gezelschap houden. Ik zou de wereld wel eens voor een keer hand in hand willen zien staan en ze door de heuvels willen horen echoën ‘oh, vrede door het hele land’. Ja, beste Wijnand: ook ik had zo mijn geheime idealen. Nu jij met je revolutionaire verleden uit de kast komt, wil ik niet achterblijven. Je inbraak bij het ministerie in de jaren tachtig, steekt schril af bij de ontboezeming die ik hier vandaag wil doen. Ik heb het niet zo goed uitgezocht als jij, maar als jouw vergrijp inmiddels verjaard is, zal mijn misstap - die stamt uit 1972 - zeker niet meer tot vervolging leiden. Als ik zie wat het jou desondanks kost, ril ik toch even bij de gedachte het op deze plek open en bloot te vertellen. Jij hebt je geheim al die jaren gedragen als een verzetsheld. Het moet je een bezwaard hart hebben bezorgd, een schaduw over je leven zijn geweest die nooit van je zijde week. Waarom ik het zo precies onder woorden kan brengen? Omdat ook ik, dappere Wijnand, er nooit met iemand over heb kunnen spreken. En natuurlijk: het was de tijd ernaar. In jouw roerige jaren tachtig heerste dezelfde groepsdwang die je bepaalde eigen keuzen verbood. Dat gold voor mij in die vermaledijde seventies ook. Eigenlijk stond mijn vergrijp aan de wieg van de tijdgeest die jou uiteindelijk zo jammerlijk te grazen nam. Ja, zelfs je parlementaire carrière kostte. Ik moet maar afwachten wat de gevolgen voor mij zullen zijn, maar ik wil het verlossende gevoel dat jij nu ervaart. Tuurlijk gaan ze mij ook laten vallen. Komt er een Judas op mijn pad zoals Femke dat voor jou is geweest. Maar wil ik in het reine komen, moet ik bekennen dat ik gezondigd heb. Tegen de wil van de linkse kerk in die jaren, hield ik er een verfoeilijke smaak op na. Maar, en dat zeg ik hier en nu in alle openheid, ik vond (en vind!) het gewoon een heerlijk nummertje. Dat het ook nog in een CocaCola reclame van die jaren is gebruikt, maakte het dubbelfout. Grotere kapitalisten bestonden er in onze ogen toentertijd niet. Ik heb gezwegen en het liedje van de New Seekers in het diepste geheim en heel zachtjes op mijn meisjeskamer gedraaid als ik zeker wist dat er geen linkse vrindjes of vriendinnetjes binnen konden komen. Nooit heb ik het iemand verteld hoe lekker ik het vond klinken, hoe vrolijk, ongecompliceerd en optimistisch. Gelukkig heb jij de weg geëffend, moedige Wijnand Duyvendak, om schoon schip te maken en ben ook ik nu bevrijd van een geweldig links geheim. De band die ik met je voel, werd in 1972 al bezongen door diezelfde New Seekers als inzending voor het Eurovisie Songfestival (ook heel fout in die jaren, ik weet het). Daarom voor jou Wijnand: ik kijk naar jou en ik zie waar ik naar uitgekeken heb. Het is me volkomen helder: wij zouden samen moeten zijn. Jij geeft me het gevoel dat ik naar het onmogelijke zou kunnen reiken. Wetend hoeveel je om me geeft, zal ik er altijd zijn. Ik heb altijd geweten dat de wereld een fijnere plek zou kunnen zijn, dus wat maakt het uit als ik moet wachten: beter laat dan nooit. Jij, je bent als ik. Je gelooft dat liefde het allemaal de moeite waard maakt en hoewel we pas begonnen zijn, gaan we voor altijd verder. Ik zou bedelen, stelen of lenen om je zonnige dagen te bezorgen en op een honderd verschillende manieren bezorg ik je liefde. Ik zou bedelen, stelen of lenen om je tuin te laten groeien. Maar het meest van alles, weet je, ik zou je liefde brengen.
Nel Son