Puberen

column Regiobode 25 maart 2009
Als je zelf ooit liefde gekend hebt, is er maar één reactie mogelijk als hoort dat het iemand ten deel valt: een welgemeende felicitatie. Ik heb de liefde mogen ondervinden als het meest verrijkende bestanddeel van mijn leven. De boodschap van gevonden liefde brengt me terug bij mijn eigen ervaringen op dat gebied. De tinteling een ander te verkiezen boven elke ander èn door die ander te zijn verkozen, is een intense emotie. Het laat je onvermoede wegen vinden en slaat je volkomen los van iedere conventie. In liefde en oorlog is alles geoorloofd! Het leven neemt een fluïde vorm aan waarin het verlangen bij die ander te zijn samenvloeit. Al direct in die eerste fase van verliefdheid leer je dingen over jezelf ontdekken, enkel en alleen omdat je de ander verkent. Het kennen en gekend zijn, vormt de warme kern van de liefdesband. Alles wat de tijd je gunt rondom die kern te beleven met elkaar, wordt doorstraalt met die gloed. En alles wat je samen aan lagen toevoegt, straalt naar binnen en voedt die warmtebron. Als iemand dat overkomt, zijn felicitaties amper voldoende om lucht te geven aan de blijdschap die je voor die ander voelt. Er komt nog iets bij. Dat heet gunnen. En wat gunde ik het haar, die oudere vriendin van mij. Ik had haar nooit anders gekend dan alleen. Een na-huwelijkse staat die ze volkomen naturel leefde. Ze was dan weliswaar niet samen met iemand, maar had een vol leven voor zichzelf met werk, liefhebberijen en een groot netwerk aan vrienden en kennissen. Ooit hadden we het er wel eens over gehad. Of er niet soms andere mannen in haar leven waren geweest. Dan glimlachte ze geheimzinnig en zei dat er wel zoiets gespeeld had ‘in het begin’, maar dat ze het te laat had opgemerkt. Ze had zich de kunst eigengemaakt een goed leven te leven zonder de liefde en om er nu nog aan te beginnen op haar leeftijd... En nu was er dus toch iets begonnen. Een beetje schuchter biechtte ze die bijzondere ontmoeting op. En hoe het daarna als vanzelf per mail en telefoon was gaan groeien. En hoe het haar opviel hoe moeiteloos ze samen uren spraken. En hoe het daarna verder ging. Elkaar zien, bezoekjes over en weer. En hoe ze daarin de bevestiging vonden dat hun zielen wel erg veel op elkaar leken. Ook dankzij de verschillen. Want die voegden weer iets toe. Ik heb haar nieuwe vriend kortgeleden mogen ontmoeten. Een meer dan charmante, stijlvolle verschijning. Wellevend en humorvol. Zorgvuldig omgaand met de kracht en de wijsheid die het leven hem had doen toekomen. En met mijn vriendin aan zijn zijde, in een gloeiende staat van herwonnen toegang tot die warmte die zo lang niet was aangesproken. Twee pubers op leeftijd, waar je blij van wordt. Blij en op een hele goede manier jaloers. Een (af)gunst die me dicht brengt bij de herinnering aan mijn eigen geliefde. Zoete herinneringen en warme gedachten die langzaam de rauwe kanten doen slijten van het verdriet om zijn verlies. Verlies dat nu ogenschijnlijk gemakkelijker met me meereist door dit leven. Zo pal als het eerst voor me stond en me verhinderde te bewegen, zo’n vertrouwde metgezel is het verdriet nu langzaam aan het worden. Wie weet is er ooit een pubertijd voor mij, zoals mijn vriendin en haar vriend die nu gegund is. Als ik ze zie, gun ik het mezelf.
Nel Son