column Regiobode 20 september 2006
Met de veroordeling van een financieel medewerker van een welzijnsstichting uit de gemeente Rheden lijkt een einde gekomen aan een pijnlijke kwestie waarover de afgelopen jaren op vele fronten een angstvallige stilte heerste. De man boekhoudde in twintig jaar tijd zo’n slordige twee miljoen euro op creatieve wijze naar zijn eigen achterzak en ging daarmee aan het gokken. Daar heeft de rechter hem nu tien maanden cel voor gegeven. Rekenkundig onderlegd als de veroordeelde ongetwijfeld is, zal hij zich in detentie troosten met het feit dat hij voor iedere maand die hij straks op staatskosten logeert, twee ton heeft ‘verdiend’. Er is recht gesproken en daar zullen we het mee moeten doen; zoveel weten we allemaal sinds de Rijdende Rechter ons dat op teevee regelmatig voorhoudt. Maar is de kwestie nu ook afgedaan? Zoals collega scribent Maarten Vreugdenhil van het Streekjournaal vorige week terecht opmerkte, blijven er nog wel een paar vragen over. Maarten constateerde fijntjes dat het wel erg stil bleef van de zijde van de gedupeerde stichting èn van de kant van de Gemeente Rheden. Die laatste instantie sluisde immers jarenlang op goed geluk miljoenen euro’s gemeenschapsgeld richting de welzijnsstichting in de hoop dat nooddruftigen er mee gelaafd zouden worden. Met de uitspraak van de rechter in de krant weten we nu allemaal beter. Het welzijn van de mensen in de gemeente Rheden is er twintig jaar lang aan te kort gekomen. Dat is behalve voor de klaverjas-, sjoel- en breiclubjes die de welzijnsstichting ondersteunt, ook zuur voor de politiek. Die meenden toch dat er op hen gestemd werd door de leden van die klaverjas-, sjoel- en breiclubjes òmdat er gesubsidieerde beroepskrachten waren om uit te leggen hoe de koffieautomaat werkt. De subsidie ontvangende stichting op haar beurt moet zich in de achterliggende jaren hebben afgevraagd waarom het koffiegeld zo snel op was. Daar zat die financieel medewerker dan in het casino mee te gokken, weten we nu. Alle gekheid op een stokje, beste Gemeente en beste stichting: de kernvraag blijft waarom jullie het niet hebben gemerkt! Twee organisaties die met gemeenschapsgeld werken hebben bewezen dat ze de meest simpele controle- en verantwoordingsmechanismen niet op orde hebben. Het zal toch niet waar zijn dat geld wat je niet eerst zelf hoeft te verdienen, gemakkelijker wordt uitgegeven? Dat cliché van de overheid en de gesubsidieerde welzijnswereld willen jullie toch niet bevestigen? Ik lees in de krant dat er een nieuwe wet aankomt die Gemeenten het voortouw geeft om welzijn en zorg dicht bij de mensen te organiseren. Wie de beste zorg tegen de beste prijs levert, krijgt een contract. Dat kan een organisatie van buiten de gemeentegrenzen zijn of en heel nieuwe organisatie. Wethouder voor Welzijn Rikus Brader begint binnenkort aan een serie gesprekken met betrokkenen om de nieuwe wet in zijn gemeente goed ingevoerd te krijgen. Brader is nieuw op Welzijn, maar geen onbekende in het veld. Gelukkig. Dat geeft hem een voorsprong die hij hard nodig zal hebben om af te rekenen met de huidige welzijnsstichting. Die heeft de afgelopen tijd slechts een ding bewezen: te weten dat ze stil moet zitten als ze geschoren wordt. Aan die stilte moet Brader nu een eind maken. De welzijnsstichting zal zonder voorbehoud moeten kunnen bewijzen een transparante club te zijn geworden die het wint van concurrenten en dus de nieuwe contracten mag binnenslepen. Anders zal de Gemeenteraad met Brader moeten afrekenen. Ook die opmerking maakte Maarten Vreugendhil vorige week terecht.
Nel Son