Hulpsheriff

column Regiobode 15 augustus 2007
Wethouder Jan Bart Wilshut van de Gemeente Rheden is een man met visie. En ambitie. Het kostte zijn partij daarom indertijd nog heel wat overredingskracht om Jan Barts billen op de wethouderszetel in De Steeg te krijgen. Jan Bart wilde wat groters dan een plaats van tewerkstelling die tevens een smal straatje aanduidt, hoe mooi zijn werkstek ook over de dode IJsselarm uitkeek. Jan Bart is een stadse jongen, dus het argument dat het besturen van zeven dorpen bijna op het besturen van een stad leek, trok hem over de streep. Maar helemaal hetzelfde was het natuurlijk niet en het bleef knagen dat er in grote buur Arnhem geen plekje voor hem op het bestuurlijke pluche openviel. Even gloorde er hoop toen burgemeester Paulien Krikke van Arnhem in de problemen leek te komen met haar politiekorps. Jan Bart had zijn sollicitatiebrief al op de rand van de schoorsteenmantel klaarliggen. Eindelijk het grote werk, want hoe je de strubbelingen in de zeven dorpen van Rheden ook bij elkaar veegde, een probleemwijk wilde er maar niet uit ontstaan. Maar Paulien kroop door het politieke oog van de naald en kreeg een nieuwe ambtstermijn van acht jaren in haar stad. Jan Bart stak knarsetandend zijn haardvuur aan met de envelop die hij in zijn mooiste schoonschrift aan de commissaris van de Koningin had geadresseerd. Zou hij het op kunnen brengen om nog acht jaar te wachten voordat hij westwaards, naar Arnhem kon trekken. ‘Go West Boy’ spoorde zijn ambitie hem aan. Het klonk als in die oude cowboyfilms die hij als jongetje zo graag bekeek. Als hij niet snel ergens een burgemeesterspost wist te scoren zou hij de Old Shatterhand van de Rhedense politiek worden, realiseerde hij zich. De Lone Ranger in de bestuurlijke woestijn rondom zeven dode westernstadjes. De un-Lucky Luke die alleen nog maar richting ondergaande zon kon gaan. ‘Do not forsake me, oh my darling...’. De beginregel van het lied dat de western High Noon tot een klassieker had gemaakt, wilde maar niet uit zijn hoofd. De shoot-out met de kwade krachten die hem in De Steeg verbannen hielden, was onvermijdelijk. Hij zou ze trakteren op het politieke equivalent van blauwe bonen. Hij zou razendsnel zijn colt trekken en vanuit de heup zijn visionaire woorden op ze afschieten. In een serie interviews dat dagblad De Gelderlander over Arnhem maakt, stapt de Steegse gunfighter manmoedig vanuit de schaduw van de houten overkapping voor de General Store de stoffige Hoofdstraat op. "Ik pleit voor en stadssheriff die zegt: gedraag je", laat hij opschrijven. Wie niet horen wil zal voelen is Jan Barts boodschap. ‘This town ain’t big enough for the both of us’, knauwt hij er tussen de regels door in een prachtig Amerikaans accent uit. Paulien Krikke is gewaarschuwd. Op een foto bij het interview zien we Jan Bart bij een kruising van wegen staan in Rozendaal. ‘Arnhem 1 kilometer’ wijst het ANWB-bord in westelijke richting. Symbolisch voor ‘ik ben er bijna’? De ander plaatsnamen en hun afstanden zijn ‘Oosterbeek 9', ‘Apeldoorn 25', ‘Utrecht 62', ‘Zutphen 25'. Zelfs Velp is met zijn afstand tot de spreker van twee kilometer al verder dan Arnhem. Dat de foto in Rozendaal is gemaakt impliceert dat Jan Bart de gemeentegrens van Rheden reeds is overschreden. Door het interview te geven en uitsluitend op stadse problemen in te gaan, versterkt hij het perspectief van iemand die al lang niet meer genoeg heeft aan de dorpspolitiek. Ook al mag hij er dan in zevenvoud van genieten. Jan Bart is vrijwillig gegaan. Het enige dat ze in De Steeg nog hoeven te doen is de poster met zijn foto en de tekst ‘Wanted’ van de muur te scheuren. De rol van hulpsheriff die Jan Bart in het Rhedense moet spelen, is uitgespeeld, laat hij hier duidelijk voelen. Go West Boy, Go West. ‘Den Haag 132 kilometer’.
Nel Son