Noodpakket

column Regiobode 3 december 2008
Een vriendin van me, die in het trotse bezit is van kleinkinderen, vertelde me ooit het volgende verhaal. Tijdens een logeerpartij was het gesprek op het ‘in de koelkast zetten’ gekomen. Terloops merkte mijn vriendin naar haar kleinzoon op, dat het toch maar fijn was dat zoiets kon. In haar jeugd waren er immers geen koelkasten. Met stomheid geslagen vertelde de kleine man het aan zijn moeder toen die hem weer kwam ophalen: "Mama, weet je, oma had vroeger geen koelkast!". Ik herinner me de komst van de koelkast in ons gezin nog. En die van de televisie, de telefoon en de volautomatische wasmachine. Inmiddels onvoorstelbaar dat die er niet meer zouden zijn. Plus nog een heel scala aan woon- en leefgemakken meer en zaken die zelfs dat overstijgen. De computer, het internet, flatscreens, satelliet, magnetron, tandenborstels op batterijen. Mijn ouders maakten de introductie van het elektrisch licht en aardgas in hun huizen mee. Op hun verhalen hoe ze eertijds de gasverlichting aandeden als het donker werd, heb ik waarschijnlijk net zo gereageerd als de kleinzoon van mijn vriendin over de koelkast. Aan de vanzelfsprekendheid van het beschikbaar hebben van al die dingen, raak je snel gewend. Toch spoort onze overheid ons aan, ons eens een voorstelling te maken hoe het zou zijn als het meest vanzelfsprekende zou wegvallen. Met spotjes op de radio en teevee willen Jan-Peter, Wouter en André ons aan het denken zetten. Hoe zou onze wereld eruitzien zonder gas of water. Zonder stroom en zonder internet. Zonder licht in de duisternis en warmte als het koud is. Zonder de alom aanwezige mogelijkheid om te communiceren of vermaakt te worden. In Nederland is alles goed geregeld, vertellen ze er geruststellend bij. Maar beste burger; wees voorbereid. Je weet ooit maar nooit en dan zit je met de ongebakken peren (want geen gas!). Het soelaas voor het onverhoopte uitvallen van onze nuts- en onnutsvoorzieningen bestaat uit een noodpakket. Letterlijk zegt de kalmerende stem in de spotjes: ‘voor dit soort situaties heeft u een noodpakket in huis’. Toen ik dat voor het eerst hoorde, moest ik eens goed nadenken. Er stond mij niks bij dat ik in huis ergens zo’n pakket had gezien. Noch had ik vernomen dat - omdat ik nogal veel van huis ben - er een dergelijk pakket voor mij bij de buren was afgegeven. Tot het tot me doordrong, dat Jan-Peter, Wouter en André een beroep om mij deden om zo’n noodpakket zelf samen te stellen. Ik ben niet gemakkelijk van mijn stuk te brengen en de typering paniekvogel is zeker niet op mij van toepassing. Maar toen dit besef bij me inzonk, maakte zich een mengeling van onrust en verontwaardiging van me meester. Wat willen Jan-Peter, Wouter en André nu precies van me? Een cursus Leven in de Middeleeuwen gaan volgen? Twee flessen Spa blauw, wat batterijen en een busje butagas aanschaffen? Scheepsbiscuits! schoot me te binnen. De schijn je lang goed te kunnen houden. Meteen schoof ik al die overwegingen terzijde. We moeten ons eens een voorstelling maken van de situatie dat Jan-Peter, Wouter en André er niet meer zijn. Da’s een veel prettiger gedachte en het noodpakket daarvoor bestaat uit uw stembiljet. Dat wordt 2011 wèl bij u thuisbezorgd. Hopelijk nog net op tijd.
Nel Son