column Regiobode 31 okotber 2006
Weet u al op wie u gaat stemmen deze maand? Voor het eerst in mijn bestaan als lid van het electoraat weet ik het niet zeker. Dat stoort me een beetje. Sinds ik vele jaren geleden stemgerechtigd werd, heb ik geen enkele verkiezing overgeslagen. Ik ben van het historisch doordrenkte type: onze voorouders hebben gestreden voor de democratie waarin we leven. Dan is het een kleine moeite en wat mij betreft tevens een heilige plicht om te zorgen dat we die democratie in onze tijd overeind helpen houden. Wie zijn blik een beetje over de wereld laat waren, ziet genoeg voorbeelden van hoe het er in landen zonder democratie aan toe gaat. Als ik om me heen mensen hoor orakelen dat het niet uitmaakt ‘of je door de hond of door de kat gebeten wordt’ zou ik ze eens willen spreken als ze bij voortduring door èn de kat èn door de hond gebeten werden. Want dat is toch wat in veel landen zonder democratie aan de hand is, laten we wel wezen. Ik ben ook van het type dat vindt dat mensen die niet stemmen vier jaar hun mond moeten houden. Je stem niet laten horen als het kan en dan achteraf gaan lopen zeuren dat het niet gaat zoals je wil, dat gaat er bij mij niet in. En niet dat ik zo zwaar democratisch gelovig ben dat ik aanneem dat mijn stem er toe doet, maar als ik me door dat soort nihilisme zou laten leiden, zou ik ook moeten accepteren dat Alexander en Maxima zich meteen tot absolute monarchen kronen. Hoe lief ik het jonge gezinnetje ook vind, dat gaat me toch te ver. Stemmen moet ik van mezelf en daarom zit het me ook niet lekker dat ik deze keer zo twijfel op wie ik zal gaan stemmen. Ik zie me al in het stemlokaal staan dralen bij de stemcomputer. “U kunt nu uw keuze maken”, zegt het lid van het stembureau voor de vierde keer. Nog even en hij komt achter zijn tafel vandaan om te kijken wat ik daar allemaal sta te doen. De rij bij de ingang van het stembureau groeit en groeit en mensen achter in de rij beginnen te informeren naar wat er aan de hand is. Dichterbij hoor ik gemor van collegakiezers die willen dat ik opschiet. Ze hebben net boodschappen gedaan en hun diepvries vissticks beginnen te ontdooien. Ik sta echter nog steeds als bevroren voor de lijsten met kandidaten en partijen en ik weet het niet. Ja, kijk: dat wil ik dus niet dat er straks met me gebeurt. Er zal daarom niks anders opzitten dan me de komende drie weken te laten onderdompelen in de stortvloed van politici die komen dingen naar mijn kiezersgunst. Vorig weekend is die tsunami losgebarsten en ik heb nu reeds de eerste verschijnselen van een overdosis bij mezelf geconstateerd. De blijheid van JP en het sombere toontje van Wouter, de rap van Rouvoet en het gelispel van Femke verstoren zo nu en dan al mijn nachtrust. Hoe kom ik de komende tijd enigszins gezond door in de wetenschap dat ik de ook nog de Mozartlook van Geert, de be-boplijn van Jan en de volle dos van Marco over me heen gestort zal krijgen. Ik ben er niet gerust op wat de ruitjeshemden van Mark voor uitwerking op me zullen hebben om maar te zwijgen van de oorbellen van Rita. Nee, dit zijn geen gemakkelijke tijden. In de loodzware positie waarin ik mezelf heb gemanoeuvreerd door niet te weten waarop of op wie te stemmen, kan ik natuurlijk alle partijprogramma’s gaan lezen. Of ik kan me door de kieswijzer bij het handje laten nemen. Iets in me verzet zich daartegen. Ik zal toch verdorie eigenstandig een keuze kunnen maken zonder me door het verkiezingsgeweld te laten neerdrukken? Misschien zit er niks anders op dan maar gewoon richting 22 november te zweven. Koop die dag geen diepvries vissticks is mijn enige advies.
Nel Son