Gepiep

column Regiobode 9 mei 2007
Vaak heb ik bij het schrijven van een stukje voor deze krant wat leuke woordspelinkjes in gedachten. In de wetenschap dat een beetje humor het goed doet en je ook niet iedere week je toetsenbord door een bad azijn kunt halen. De lezer een glimlach om de mond toveren, da’s toch eigenlijk een van de doelen die een stukjesschrijfster probeert te halen. De kern van het metier, zeg maar. Tuurlijk; als het er op aan komt, moet de waarheid glashard gezegd worden. Maar ook dan moet er wat te lachen zijn al is het door middel van messcherpe ironie. Het vinden van de juiste insteek, de rake grap, de klinkende kwinkslag of een goede typering vormt altijd weer een uitdaging. Als het voor mijn gevoel gelukt is, stuur ik tevreden mijn kopij naar de krant en kan ik bij wijze van spreken niet wachten om het in druk te zien verschijnen. Als de krant op de deurmat valt, blader ik direct door naar mijn eigen schrijfsel en beleef ik opnieuw het gevoel van genialiteit dat ik tijdens het schrijven ervoer. Ja, soms (heel soms) kan ik geen genoeg krijgen van wat ik heb opgeschreven. Daaraan verwant is het gevoel dat ik soms (heel soms) krijg als ik een stukje van iemand anders lees. Als die persoon het voor elkaar krijgt om n t iets scherper, iets spitser en met meer kennis van zaken de dingen op papier te zetten, valt dat bij mij in de categorie ‘had ik het zelf maar bedacht’. Zo goed heeft die ander het dan opgeschreven. De laatste twee weken lees ik dan ook met ontzag en afgunst de ingezonden stukken van Wim Pieper. Wat heeft die man een ontwikkeling doorgemaakt zeg! Sinds hij geen wethouder meer is, heeft hij zich van een vlijmscherpe pen voorzien en in De Steeg siddert de volksvertegenwoordiging. Wat mij dan zo aanspreekt zijn de hilarische stijlbloempjes waarvan hij zich bedient. Alleen al de manier waarop hij de politieke partijen omschrijft. Had ik nou maar zelf een keer het CDA voluit geschreven als Cosmetisch Drammende Aardappelen of van de PvdA een Portie voor de Aalscholvers gemaakt. Maar hij bedenkt het waar je bijstaat, zo leest het. Ik heb de krant echt even weg moeten leggen toen ik zijn aanduiding voor de VVD tegenkwam: Veel Vrije Dagen! Nou, ook nu nog kunt u mij achter het toetsenbord wegdragen en ik heb mijn Henk heel wat moeten uitleggen toen ik de eerste nachten na het lezen van deze rake typering in mijn slaap schijn te hebben geschaterlacht. Maar daar blijft het bij Pieper niet bij. Zijn stukjes ademen een vrolijkheid en goedlachsheid waarmee je het zwaarstbeschadigste humeur kunt repareren. Dat kabouterstijlbloempje! Alle raadsleden noemt hij kabouters en ik kan het niet helpen, maar als ik het lees zie ik louter puntmutsen bewegen daar in de Raadzaal in De Steeg. De kwesties die Wim aankaart zijn overigens niet alleen humorvol, maar hebben ook gewicht, zo blijkt uit de excuses die hij van de Raadsgriffier mag ontvangen. Die grapt er meteen maar een sorrypiep aan vast. Daaruit blijkt wel hoeveel lading Wim’s kwinkslagen hebben. Het enige nadeel van zijn kabouterstijl is dat maar weinigen weten wie Wim zo op de korrel neemt. Als Wim één keer de naam voluit zou noemen, zou dat niks afdoen aan zijn prachtige schrijfstijl. Het voorkomt bovendien dat SpeurPiep na verloop van tijd ZeurPiep wordt of dat ZoekPiep de associatie van een SmeerPiep op zich laadt. Wim moet man/ vrouw en kabouter gewoon noemen en zelf ook even uitleggen waarom hij, na te zijn teruggetreden als wethouder, zijn eigen kaboutermuts niet weer heeft opgezet. Zal toch niets te maken hebben met het feit dat een wethouderswachtgeld meer is dan een Raadsvergoeding? Gauw effe uitleggen Wim, ander wordt al dat gepiep gemauw.
Nel Son