Woef

column Regiobode 21 november 2006
De honden blaffen, maar de caravaan trekt verder. In dit oude gezegde ligt de les besloten dat je je schouders moet kunnen ophalen over de commotie die je hebt veroorzaakt en stug moet doormarcheren op de ingeslagen weg. Het is een van de eerste dingen die een politicus dient te beheersen, wil hij of zij in zijn vak iets voorstellen. Dus staat Jan-Bart Wilschut, wethouder van de Gemeente Rheden, pontificaal vooraan op een foto in krant met op de achtergrond het stationsgebied in Dieren. Dat stukje dorp gaat over een tijdje op de schop om de plannen voor weg en spoor te realiseren. Het rumoerige inspraaktraject over de precieze variant van deze majeure infrastructurele operatie is formeel afgerond. Ook heeft de Gemeenteraad haar zegje gedaan. Wilschut kan tevreden zijn. Er is precies uitgekomen wat er aan besluitvorming is voorgebakken tijdens de coalitievorming na de Gemeenteraadsverkiezingen. Zelfs de ‘zwarte pieten’ zijn exact daar terechtgekomen waar hij ze had gepland. Wim Pieper van Gemeentebelangen en Rikus Brader van de Socialistiese Partij zijn de gebeten honden. Met ingezonden stukken in de krant worden deze twee nu publiekelijk van kiezersbedrog beschuldigd. Maar goed; gebeten honden blaffen niet, zal Wilschut denken en dus roept hij een volgende generatie inspraakconsumenten op om met hem mee te komen praten. Regeren is immer vooruitzien, dus nog voor er een bouwrijp nieuw hart van Dieren te bekennen is, moet er met de burgers gesproken worden. Waar komen de kantoren? Hoe zetten we de huizen neer? Hoe hoog worden de flats? Komen er flats? Hoeveel bankjes moeten er op het nieuwe dorpsplein? Welke kleur steentjes gebruiken we voor de hangplek voor jongeren? Worden het platanen of kastanjes? Moet het dorpsplein in de vorm van een hart? Heet de nieuwe verbindingsweg de Dotterstraat? Mag iedereen uit ‘noord’ nu zomaar ‘zuid’ binnenlopen zonder het heilzame filter van een paar spoorbomen? Nieuwe ronde, nieuwe kansen voor wie nog niet gedesillusioneerd in de politiek is. De komende tijd wordt er weer goed zaken gedaan door de adviesbureau’s en de uitbaters van vergaderzaaltjes. Wat voor mensen laten zich in die zaaltjes naar binnenlokken vraag ik me af. Wilschuts uitnodiging om lekker te komen knutselen met zijn nieuwe blokkendoos heeft inmiddels de nodige insprekers opgeleverd. Ze laten zich de komende tijd van huis en haard losscheuren om mee te denken over de antwoorden die Wilschut al lang kent. Zo moeten er ruim 120 woningen komen en de nodige vierkante meters kantooroppervlak omdat hij anders zijn OZB-target niet haalt. En dat allemaal op een stukje dorp dat door het openblijven van de tunnelbak toch behoorlijk kleiner zal blijken dan ooit gehoopt. De dromers die nu op Wilschuts praatsessies komen met ideeën over een prachtig en paradijselijk dorpshart zijn de ingezondenbrievenschrijvers van de nabije toekomst. Bovendien vraag ik het me vanuit democratische oogpunt af of het wel zo netjes is om maar met Jan en Iedereen aan de praat te gaan over dit soort belangrijke veranderingen in een dorp. Wie zijn die mensen met wie Wilschut praat? Wat zijn hun (eigen) belangen en hoe toetst Wilschut hun inbreng daarop? Of is het, net als bij de inspraak over de tunnelvarianten de bedoeling, dat de querulanten gepaaid worden met wat exclusieve aandacht van een wethouder en zijn duurbetaalde adviesbureau? De wethouder organiseert toekomstig geblaf is mijn indruk. We weten hoe hij daar dan mee om zal gaan.