column Regiobode 1 augustus 2007
Ze had er een goed gevoel bij. Was ook niet moeilijk geweest. De journalisten op zo’n streekredactie waren natuurlijk geen ‘top of the bill’; nog niet opgewassen tegen bestuurlijke kanjers als zij. Dat had ze in Borsele en Groenlo wel geleerd. Je kreeg er nooit een beetje doorvraagkwaliteit op je dak gestuurd en die Erik Wijnacker van De Gelderlander, ach wat een broekje nog. Zijn komkommertijdinsteek dat ze nu drie jaar burgemeester van Rheden was, had ze hem minzaam glimlachend toegestaan als reden voor het interview. Zo’n jongen moest ook zijn quotum aan woordjes per dag schrijven, wist ze. ‘Doe er maar een grote foto bij’, had ze hem gesuggereerd. Dankbaar was hij daarop ingegaan. Kon hij lekker vroeg aan zijn weekend beginnen. Wat haar man over de foto zei, vond ze minder. Zijn opmerking ‘je zou een bijrol in een Harry Potterfilm kunnen spelen met die starende blik en dat bezwerende handgebaartje van je’ was dan wellicht grappig en lief bedoeld, maar het stak haar toch. Op het werk zouden de secretaresses het onderling wel weer hebben over haar mantelpakje. De kift! Als je een zag hoe die er ooit bijliepen. Maar zoals ze die journalist duidelijk te verstaan had gegeven: "Persoonlijk gevoel is niet aan de orde, maar ik heb het wel", gold dat ook voor haar opvattingen over die typtroela’s. Zwijgen moest je in een positie als de hare. Wat had ze er anders niet allemaal uitgeflapt, zonder dat sterke besef van waardigheid, horend bij haar hoge ambt. O, dat was een leuk interview geworden, als ze haar persoonlijke gevoel eens had laten spreken. Ze zou helemaal los hebben kunnen gaan over die akelige coalitie waarmee ze na de verkiezingen opgescheept kwam te zitten. Die barbaar van een Brader en die schlemiel van een Pieper. Om maar te zwijgen over die carri repoliticus van een Wildschut. Wat er nu zat was dan niet veel beter, maar ze telde haar zegeningen dat er in ieder geval weer een stropdasdragende VVD-partijgenoot was aangeschoven in de vergaderingen van Burgemeester en Wethouders. Ze had lekker sappig kunnen lekken over de lulverhalen die ze bij al die gouden, saffieren en briljanten echtparen en honderdjarigen moest aanhoren. Gut, gut, gut, wat een gemeier toch iedere keer weer. Altijd wel een verzetsdaad gepleegd in de oorlog, een pekineesje dat voor het huis was overreden of een - tussen aanhalingstekens - leuke anekdote over haar voorganger Ties Koek. Wat kwam ze die man nog vaak op haar pad tegen. Net zoals de voortijdig bestuurlijk verscheiden Ap Lammers. Die man kreeg het jaren na zijn ontslag als wethouder nog steeds voor elkaar om vaker in de krant te komen als zij. Laatst nog met een zwoele zomeravond op die hondenuitlaatplek in dat achterlijke Dieren van hem. Wat was ze blij geweest dat er in Velp een betaalbare stulp vrijkwam om te gaan wonen. Kon ze eindelijk ‘s avonds eens een nette spijkerbroek aan, want de voortuinen in haar wijk waren diep genoeg om niet vanachter de ramen herkend te worden als ze met haar man ging wandelen. Maar dat kon je allemaal niet in de krant laten opschrijven, wist ze met haar zeventien jaar bestuurlijke ervaring uiteraard ook wel. Het stukje van Wijnacker was prettig leesbaar en leeg gebleven en die foto ging ze bijbestellen. Daar ging een mooie lijst omheen en die kwam op het keuringsartsenbureau van haar man te staan. Wie kaatst kan de bal verwachten! Hoe had haar vroegere hoofd communicatie Carmen Schothuis het ook al weer gezegd? ‘Be proud and tell about it’? Nou, die toverspreuk zou ze nog vaak toepassen. Om te beginnen aanstaande maandag als ze iedereen op het Gemeentehuis trots tegemoet zou treden over haar interview waarin ze een heleboel lekker niet had gezegd.
Nel Son