Vrijwilligers gezocht

column Regiobode 9 juli 2008
Een communicatiegoeroe orakelde ooit: ‘het maakt niet uit wat ze over je schrijven, als ze je naam maar goed spellen’. Ik moet daar al een week of twee aan denken als ik de dure reclamecampagne volg van de Adtent Zorg Groep. Voor ruim één miljoen kopen ze toch maar een mooi stukje publiciteit. Twee directeuren (ieder goed voor en tonnetje of vierenhalf) en een onderknuppel uit het lagere management (tonnetje!) krijgen van de kantonrechter gelijk dat hun werkgever niet zo attent is als de naam doet vermoeden. Vanuit het bestuur van de organisatie die verpleeg- en verzorgingshuizen beheert, kwam een uiterst relaxte reactie. De reserves lieten het ruimschoots toe om op deze manier afscheid te nemen van drie personeelsleden. Met name deze ontspannen houding naar de hoogte van het banksaldo van de organisatie, deed menigeen verontwaardigd in de pen klimmen. Een van de eerste was Oege Feitsma, ex-bestuurder van alles wat los en vast te besturen valt. Wat hem betreft zijn reserves er om appelmoes van te kopen en zou het bestuur van de Adtent Zorg Groep maar beter kunnen opstappen. Sollicitatiebriefje Oege? Ook dominee Plasman deed even later een duit in het zakje door de vele vrijwilligers te beklagen die de hand- en spandiensten verrichten die de betaalde krachten niet meer aankunnen. Voor een miljoen kun je heel wat personeel in dienst nemen en het was toch godslasterlijk dat dit bedrag nu zo maar bij de weggebonjourde managers werd bijgeschreven. Eerwaarde, is het niet altoos uw taak te bemoedigen? Dit klinkt als een oproep tot oproer onder de vrijwilligers. Straks is er noch personeel voldoende, noch een contingent vrijwilligers voorhanden om de pyjamadagen te begeleiden in de zorgcentra. De verontwaardigde toon was inmiddels gezet en sindsdien schrijft iedereen zich de vingers blauw om ach en wee te roepen en te pleiten voor een betere wereld, in casu het niet laten doorgaan van dit onheil. Ook de Gemeenteraad van Rheden dook diep in haar rol van wereldverbeteraar en kwam met een motie, gericht op de bestuurderen van de Adtent Zorg Groep. Ze zouden potverdikkeme in de gaten gehouden worden. Hun eigenste wethouder kreeg er hoogstpersoonlijk de opdracht toe Adtent voortaan op iedere uitgave te controleren. Al met al kregen we een even obligate als machteloze verontwaardiging over ons uitgestort de afgelopen dagen. Want wat zijn de feiten: een kantonrechter toetst de wet en doet een onherroepelijke uitspraak. Niemand kan er tegen in beroep. De Adtent Zorg Groep niet en ook de ontslagen managers niet. Verder gaat de Raad van de Gemeente Rheden voor nog geen procent over de budgetten waarmee de Adtent Zorg Groep werkt. Hun subsidiestromen hebben nauwelijks oorsprong in De Steeg. Dus wat doen we nu ‘lekker belangrijk’ met elkaar. Organisaties als de Adtent Zorg Groep zijn er legio en ze hebben allemaal een stichtingsvorm. Dat is - zoals algemeen bekend veronderstelt mag worden - de meest ondemocratische bestuursvorm die Nederland kent. We mogen er als belastingbetalers onze dure euro’s afstorten en we moeten de controle overlaten aan een ondoorzichtig circuitje bestuursleden dat niet gehinderd door enig maatschappelijk draagvlak, kan beschikken over reserves waarin een miljoentje minder, geen pijn doet. Stop toch met deze klaagzang! Laten we allemaal vrijwilliger worden bij Adtent; heeft de campagne een positieve effect en is het iedere cent waard geweest.
Nel Son

Crimineel

column Regiobode 2 juli 2008
Cijfers! Wat was ze altijd al blij geweest met cijfers. Ze prees zich gelukkig nog in de jaren onderwijs genoten te hebben dat je voor alles een cijfer kreeg. Wist je waar je aan toe was. Dat geleuter later met ‘kan heel goed vingerverven en maakt mooie bloemen van raffiatouw’, daar kocht je niks voor. Nee, gewoon een acht voor vlijt en netheid. Daar kon je wat mee! Ze ging er dan ook eens goed voor zitten, toen de jaarcijfers van de Politie Gelderland Midden op haar bureau ploften. Wat hadden ‘haar dienders’ het vorig jaar allemaal uitgespookt. Ze wist ook wel dat het eigenlijk de dienders van Krikke waren, maar diep in haar hart had ze en speciaal plekje voor mannen in uniformen en dat liet ze zich door die blonde troel in Arnhem niet afnemen. Het deed haar al zeer genoeg dat ze voor haar eigen gemeente altoos moest concurreren met de voetbalwedstrijden in Gelredoom en het opstandige gepeupel in de Arnhemse Vogelaarwijken. Er zat voor haar niks anders op dan met strakke hand haar boerenpopulatie van te veel drank af te houden. ‘Ook een vorm van repressie’ bemoedigde ze zichzelf ter compensatie van de minuscule politiemacht die zij over haar zeven dorpen moest versnipperen. Aha, kijk aan: veertig geweldsdelicten meer! Ook nog drankgerelateerd voor een deel. Daar kon ze wat mee. Dat cijfer veertig zou ze overigens niet gebruiken. Procentueel betrof het een toename van achttien procent. ‘Bijna twintig’ zou ze daar in haar toespraken van maken. Klonk goed! Zie daar: ook het aantal inbraken was met ‘bijna twintig procent’ gestegen. Zou interessant zijn om te weten of die geweldplegers en die inbrekers familie van elkaar waren. Of misschien wel dezelfde personen? De omgang met cijfers inspireerde haar tot machtige inzichten. Hier dan: logisch dat het aantal autodiefstallen in haar gemeente was gedaald. Je ervoer de fraaie groene omgeving van haar Veluwezoom ook zoveel intenser als je op de bromfiets zat. De 209 inbrekers en 262 geweldplegers hadden samen maar liefst 356 tweewielers met hulpmotor gestolen. Hier moest ze even over nadenken. Vierhonderdeenenzeventig criminelen op driehonderdzesenvijftig scooters? Zou dat op een vorm van wederrechtelijk ‘car’poolen duiden? Ging ze een werkgroepje op zetten, besloot ze. Haar euforische stemming maakte een sprongetje toen ze onder het kopje ‘Grote Uitwassen’ las over De Vechtpartij tijdens het Zomerfeest aan de IJssel vorig jaar. Daar had ze toch maar mooi met strakke hand op gereageerd. De kroegen in dat zuipdorp gingen door haar toedoen de bierpomp om negen uur ‘s avonds op slot doen. ‘Goeie bal, Petra’, complimenteerde ze zichzelf hardop in haar burgemeesterskamer. ‘Die pet past ons allemaal’ dacht ze er zacht kreunend achteraan. Met een schok werd ze uit haar zoete mijmering weggerukt. Was las ze daar?! Hadden er tijdens het Carnaval twee groepen met elkaar geknokt in Rheden? Dat moest tijdens haar wintersport gebeurd zijn, want daar wist ze niks van. Carnavalvierders die met elkaar op de vuist gingen; het moest potverdikkeme niet gekker worden. Hier zat maar één ding op. Nog voor het seizoen der matteklappen in november weer los zou barsten, had zij er een nieuwe verordening door. Voortaan werd het Carnaval in haar gemeente alcoholvrij gevierd! Ze voelde zich beleidskrachtiger dan ooit. Ze keek op haar horloge. Zou het al tijd zijn voor een rosé-tje vroeg ze zich opgewonden af.
Nel Son