column Regiobode 26 november 2008
Nog vijf weken en we zitten allemaal weer aan de oliebollen. Ik durf het niet na te kijken, maar volgens mij heb ik in een ander jaar rond deze tijd ook iets opgeschreven over de hellingbaan waarlangs we het oude jaar aan het verlaten zijn. Ze steil, zo snel. En zo roekeloos hard komt het me ooit voor. Hoe het u vergaat, weet ik niet, maar voor mij is het enigszins met gezond verstand halen van het eind van het jaar het enige doel op dit moment. De gedachte aan wat het nieuwe jaar zal brengen, staat mijlenver van me af. Was ik vorig jaar al bezig met denken over vakantiebestemmingen, afspraken met dierbaren en maakte ik me een voorstelling van hoe ik 2008 wilde doorkomen; dit jaar niets van dit alles. Het laatste stukje van dit Olympische jaar voelt een beetje alsof ik een topsportprestatie aan het leveren ben. Een vreemde vergelijking voor iemand die helemaal niet sportief is ingesteld, maar toch. Een sportster heeft - denk ik - een sterke motivatie om haar doel te halen. Die heb ik ook. Tegelijkertijd zal er af en toe ook wel eens de gedachte bij haar opkomen dat die topsport wel erg veel vraagt. Nooit eens een nasibal uit de muur kunnen trekken omdat het voedingsschema dat niet toelaat. Nooit eens lekker kunnen uitslapen omdat het trainingsprogramma verlangt dat je heel vroeg op de sintelbaan staat of in het zwembad ligt. Nooit eens de boel de boel kunnen laten en met vriendinnen een nacht lang doorkletsen en -slempen omdat zoiets funest is voor de conditie. De wil om een prestatie neer te zetten is nu eenmaal gekoppeld aan onvoorwaardelijke inzet. Daar valt niet mee te marchanderen. Allemaal waar, maar wat heb ik af en toe zin om overal de stekker uit te trekken. Niet dat u zich zorgen gaat maken over mij, zo dramatisch als dit te lezen valt, is het zeker niet. Ik ben nog steeds zeer gemotiveerd om de doelen die ik mezelf tot einde van het jaar gesteld heb, te halen. Het is alleen de korte tijd die ons nog rest, die me dat gevoel van niet te controleren snelheid geeft. Alsof de tijd - in deze tijden van aangekondigde recessie - het eerste artikel is dat schaars wordt. Ik troost me met de gedachte dat ik niet alleen sta. Om me heen zie ik iedereen rennen en vliegen. Het is een ‘normaal’ verschijnsel, houd ik mezelf voor. Daar komt bij dat ik zelf de hoofdveroorzaakster ben van het steile afdalen naar het einde van het jaar. Er is niemand die mij verplicht om mijn agenda zo vol te plempen als nu het geval is. Tuurlijk dwingt het werk dat ik doe me tot enige snelle opeenvolgingen van prestaties. Maar daar staat de ervaring tegenover dat werk dat niet afkomt ook gewoon op je blijft wachten in de meeste gevallen. Het zal dus wel een ‘natuurlijk’ gegevens zijn dat we met elkaar veroorzaken en wie weet heeft het ook wel effect op iets heel anders waarmee we onszelf jaarlijks kwellen. De goede voornemens voor het nieuwe jaar, bedoel ik dan. Als je niks te klagen hebt, is er ook geen aandrang om jezelf betere omstandigheden voor te stellen. Dusdanig dat ze nastrevenswaardig worden en het predikaat ‘goed voornemen’ verdienen. In dat licht bezien is deze oliebollenrace een prima voorbereiding op het nieuwe jaar. Nu ik er zo over nadenk, zakt mijn stressniveau ineens. Ik neem me dan ook voor om volgend jaar alles net zo te doen.
Nel Son