Voorjaarsdip

column Regiobode 20 maart 2008
Misschien komt het door de vroege Pasen van dit jaar. Dat ik daaraan het verlangen koppel aan meer lente dan momenteel voorhanden is. Eén zwaluw maakt nog geen zomer, zegt het spreekwoord. Nee, en een mooie zaterdag nog geen voorjaar. De zweem van terrassenweer waarop we afgelopen zaterdag werden getrakteerd, spoelde er zondag weer helemaal af. In de loop van de week is nachtvorst niet uitgesloten en de weerlieden op radio en teevee gebruiken me net iets te vaak het woord onstuimig. Dat word ik er ook van; onstuimig. Maar dan anders. Er steekt een vreemd soort storm in me op die me alle kanten in doet waaien. Er heerst een lage drukgebied in mijn hart dat winden uit alle windstreken met kracht naar me toezuigt. Ik weet even niet waar ik het zoeken moet. Nergens vind ik beschutting. Op alle schuilplaatsen die ik zoek, weet de wind me weer te vinden. In mijn hoofd klinkt de stem van Ella Fitzgerald: ‘Stormy weather, since my man and I ain't together’. Kon ik maar zo ingetogen treurig zingen als zij. Misschien dat ik dan ritme kon brengen in het verdriet dat ik voel. Een beetje controle over het ruwe tempo waarin mijn levenslied zich momenteel afspeelt. Was het me maar gegeven Ella’s zachte toon te pakken. Ik zou er het einde mee willen bezingen van de kakofonie aan emoties die ongecontroleerd vanuit alle uithoeken van mijn gehavende wereld op me afflitsen. Zo werkt het niet, ik weet het en zou ik het timbre van Ella’s stem kunnen evenaren dan was nog steeds de pijn daar die je haar hoort beheersen als ze zingt ‘Stormy weather, just can't get my poor old self together’. Wat is het toch raar om te ervaren dat het meest individuele verlies dat een mens kan meemaken zo universeel is. Ligt in die vreemde tegenstrijdigheid een opening naar troost? Wat ik meemaak hebben talloze mensen voor mij meegemaakt, maken het op dit moment mee of zullen het ooit meemaken. Bij het leven hoort winnen en verliezen en iedereen maakt er zijn of haar eigen variant van mee. Maar daaronder, onder al die uiterst persoonlijke stukjes levensleed, zit iets dat ons als mensen aan elkaar bindt. Ik zal hier niet beweren dat dit besef op alle dagen troost voor me betekent. Voor mij geldt onverminderd wat voor anderen geldt: ieder voelt het eigen leed het zwaarst. Door er een meetlat langs te leggen, bedrieg je jezelf alsook die ander. Maar soms is dat wel een welkome valkuil. Dat je je spiegelt aan het verdriet van anderen en jezelf voorhoudt dat je zelf nog niet zoveel reden tot klagen hebt. Het bedrog zit ‘m in het ogenschijnlijke einde van het ervaren van je eigen pijn. Die ander is er slechter aan toe, wat zeur ik toch. Een soortgelijke misslag kun je maken door hard voor je verdriet weg te lopen in vertier of heel veel werken. Je maakt er het lage drukgebied in je hart alleen maar dieper mee ervaar ik in de aanloop naar deze lente. De winden zullen me vinden; hebben me gevonden en aan mij om me staande te houden in deze storm. Misschien velt de storm me al geloof ik dat niet echt. Ik wortel namelijk in een stevige bodem van herinneringen. Die houden me vast. Daaraan kan ik me vasthouden hoe tegenstrijdig ze ooit ook bron zijn van nieuwe vormen van verdriet en tegelijkertijd voor troost en laving zorgen. ‘Don't know why, there's no sun up in the sky. Keeps raining all the time’, zingt Ella. Deze voorjaarsdip moeten we door meid. Volgend jaar valt Pasen niet meer zo historisch vroeg. Misschien dat dat al een beetje helpt tegen die tijd.
Nel Son