column Regiobode 14 mei 2008
Zo luidde de naam van menige langspeelplaat die mijn ouders bij voorkeur kochten. Alle dertien goed! Dat kon geen miskoop zijn. Ze hadden dan een bonte verzameling muziek aangeschaft waarin de legendarische Bostella in een of andere uitvoering nooit ontbrak. Ook een lekkere meedeiner van Johnny Hoes stond er altijd wel op. Corrie en de Rekels, Bolle Jan en de Keikneuters gaven eveneens menigmaal act de prĂ©sence op dat soort geluiddragers van voor het cd-tijdperk. Wij hadden thuis een platenspeler die zich onder de klep van de enorme radio verborg. Daar had moeder altijd wel een kleedje op liggen met een vaasje met plastic anjertjes, een silverplate schaaltje en een namaak-kristallen asbakje. Die huiselijke parafernalia moesten we in de vensterbank zetten als we een plaatje gingen draaien. Om de grote platen te kunnen draaien waarop de fraaie Hollandse hits van dertien in een dozijn stonden, was in de achterwand een uitsparing. Daar draaide de langspeelplaat dan een centimeter of wat buiten de behuizing van de radiokast. Knap stukje design van die jaren. Het was uiteraard zaak de plaat in de juiste snelheid te laten draaien. Omdat mijn broers ook nog wel eens een zogenaamd singletje wilden laten klinken (Manfred Man’s Ha-ha-said the clown) overkwam het pa of moe wel eens dat hun alle dertien goed collectie op een te hoge snelheid begon. Altijd lichte paniek in de huiskamer, want vader had de gewoonte om het handeltje van 45 toeren naar 33 een derde te verschuiven terwijl de plaat gewoon doordraaide. Moeder meende toch zeker te weten dat je een dergelijke handeling alleen mocht uitvoeren als de draaischijf helemaal tot stilstand was gekomen. Vaders onbekommerde verlagen van de snelheid van de platenspeler had altoos wel tot gevolg dat je het hoge stemgeluid van Johnny en Rijk (Jahaa, we dansen samen de Bostella) via een jengelende tussenfase naar het normale niveau hoorde gaan. Vader was eigenlijk een soort soundmixer avant la lettre, bedenk ik me nu. Voor een type plaat die wij thuis niet bezaten kende de speler overigens ook de snelheid van 78 toeren. Dat waren de platen van vroeger, wisten onze ouders te vertellen. Waarvoor de mysterieuze snelheid van 16 zeven-achtste (als ik het me goed herinner) bestemd was, is in ons gezin altijd een geheim gebleven. Ik raakte vorige week in deze historische bespiegeling toen me ter kennis kwam dat de Gemeente Rozendaal op alle dertien onderzochte items een ‘goed’ scoorde. Het onderzoek was door de Provincie gedaan om te ontdekken of een dergelijke kleine gemeente haar taken wel goed kan uitvoeren. Nou dat kan ze, alle dertien goed voor Rozendaal! Geen reden om aanbevelingen te doen, waarvan de meest gevreesde toch wel zou luiden zich maar aan te sluiten bij Arnhem of Rheden. Maar niks van dat alles. Rozendaal doet het helemaal goed en dus kan er binnenkort ook weer een nieuwe burgemeester worden aangesteld, is nu de verwachting. Een van de uitkomsten van het onderzoek was dat van de 1.600 inwoners er 500 betrokken zijn bij de plaatselijke politiek. Da’s bijna een-derde. Zou dat het geheim van Rozendaal zijn, vroeg ik me af. Dat het nog de juiste menselijke maat heeft als het om betrokkenheid van burgers bij het lokale bestuur gaat? De uitkomsten van het onderzoek naar de bestuurskracht van Rozendaal zou een landelijke norm moeten worden: alle dertien goed! Zo niet, dan opheffen die gemeente.
Nel Son