column Regiobode 28 november 2006
Niets zo onvoorspelbaar als het menselijk geheugen. Ineens herinner je je iets. Zomaar uit het niets, lijkt het, komt een stukje van je verleden in het heden terecht. Soms is het nog door goed ‘terug te denken’ te achterhalen wat het was dat de herinnering losmaakte. Meestal reconstrueer je dan een rijtje associaties die je logisch bij de betreffende herinnering laten uitkomen. Oja, denk je dan; zo ben ik hier op gekomen. Maar soms is daar helemaal geen sprake van en sta je plompverloren naar een oud en stoffig stukje verleden te kijken. Ik had dat vandaag met het zinnetje ‘Ril niet van kikkerdril’. Het is de titel van een verhaal in een Zomerboek. Kent u die nog? Die Zomerboeken? In mijn lagere schooljaren kwam er aan het einde van het schooljaar een boek uit dat je door je lange zes weken vakantie ging helpen. Een boek met strips, puzzels, kleurplaten, verhalen en spannende opdrachten. Ik herinner me nog goed de opwinding als op een van de laatste dagen voor de grote vakantie het Zomerboek op school werd uitgedeeld. We hadden daar als kinderen al tijden naar uitgekeken en onze juf er regelmatig naar gevraagd. Steeds was het er nog niet, maar op een mooie dag kon ze ons vertellen dat het gearriveerd was. Ergens in dat immense schoolgebouw, zo wisten we dan, lagen stapels met Zomerboeken. Eentje daarvan was voor mij. Weken eerder had ik moeder met het van school meegekregen bestelformulier bestookt en ik had uiteindelijk het geld meegekregen om het Zomerboek te laten komen. Moeder deed daar goed aan, want de zes weken schoolvakantie in mijn jeugd werden vaak nog in het geheel rondom het huis doorgebracht. Dan was zo’n boek een goede investering voor de regenachtige dagen dat er niet buiten gespeeld kon worden. De teevee die we thuis op enig moment gedurende mijn schooljaren hadden gekregen, zond alleen op woensdagmiddag iets voor kinderen uit. Soms ook op zaterdag en je hoorde dan van vriendjes en vriendinnetjes op straat dat de Dikke en de Dunne ‘erop’ waren of een aflevering van de Comedy Capers, waar we allemaal erg graag naar keken. Toen nog geen Cartoon Netwerk, Nickelodeon of ZappTv. Laat staan dat we over spelcomputers beschikten of de danspassen van onze idolen konden nadoen omdat we die op MTV of TMF hadden gezien. Nee, zo’n Zomerboek was een waardevol bezit waar je als kind naar uitkeek en zeer koesterde als je het bezat. Je probeerde er ook de hele vakantie mee te doen. Iedere keer een beetje, niet alles tegelijk. ‘Ril niet van Kikkerdril’ was een verhaal aan het einde van het boek. Het is me bijgebleven omdat ik de inhoud niet vond kloppen met de titel. Die had ik gelezen als een spannende aankondiging over het leven van een kikker genaamd Ril, die niet was voortgekomen uit kikkerdril. Leek me erg raadselachtig en bijzonder. Dat het verhaal gewoon over kikkerdril ging en dat je dat niet eng moest vinden, viel me daarom enorm tegen. Dat zal de reden zijn waarom het in mijn geheugen is opgeslagen. Waarom nu juist deze herinnering er vandaag ineens weer was? Geen idee, maar het geheugenspoor naar taalverwarrende zaken uit mijn jeugd staat vervolgens wagenwijd open. Op de putdeksels naar het riool die aan de rand van het trottoir lagen, las ik als kind ooit ‘De Globe Tegelen’. Ik interpreteerde het toen als een bovenmenselijke opdracht van een of ander geheim genootschap om de hele aarde met stoeptegels vol te leggen. De ontdekking dat de firma Globe uit Tegelen de puttenfabrikant was, maakte me een kinderfantasie armer. Het menselijk geheugen is een kruiwagen vol met dat soort kikkers.
Nel Son