Uilenballen

column Regiobode, 4 maart 2009
Wie de wijsheid zoekt, vindt in de uil haar symbool. Of je wijsheid vindt door naar een uil te zoeken, vroeg ik me vorige week ineens af. Het uilendetectieteam van de Gemeente Rheden was uitgerukt naar het braakliggende bouwterrein aan de Burgemeester Bloemersweg in Dieren. Het is de bedoeling dat daar een school en een brandweerkazerne gebouwd gaan worden. Om het geheel betaalbaar the houden komen er ook wat huizen. Prima plan, want scholing is belangrijk en met de brandweer als buur, weet je zeker dat je school na een onrustige oudejaarsnacht nog overeind staat. Om het gehele bouwplan uit te voeren, moeten er wat bomen gekapt worden. Hoewel je in de nabije omgeving van de bouwlocatie door de bomen zowat het bos niet meer ziet, zijn er altoos mensen te vinden die naar de hoogste rechter willen stappen om het kwetsen van een twijg te voorkomen. Zo kwamen er ook hier buurtbewoners in het geweer tegen te kapvergunning. Is hun goed recht en eerlijk is eerlijk; aan de argumenten van de Gemeente om de bomen zo talrijk te kappen, zit een luchtje. Dat van een tweehonderd jaar oude vuilstortplaats, namelijk. De bomen die dienden te sneven, zouden ziek zijn van de inhoud van de meer dan antieke afvaltonnen van de Dierense burgers uit en omstreeks 1800. Een beetje raar, want volgens mij gooiden we indertijd minder schadelijke spullen bij het huisvuil dan tegenwoordig. Vreemd bovendien dat grenzend aan een dergelijke giftige plek reeds jarenlang een school gevestigd was. Wat een boom niet kan verdragen, lijkt me voor de opgroeiende jeugd nu niet direct bevorderlijk, maar ik kan me vergissen. Het juridische gevecht om de bomen op de vuilstortplaats te behouden, werd uiteindelijk verloren. Nog voor er een gemeentelijke motorzaag kon knagen aan de bomenrij, werd er heel toevallig ineens een steenuil gesignaleerd door een natuurwerkgroep. Inderdaad wel héél toevallig, moet ook wethouder Kuiper gedacht hebben en hij zag zijn bouwplannen al voor jaren vertraagd. Want natuurwerkgroepen weten van de hoed en de rand inzake de Faunawet en kennen alle bedreigde diersoorten bij hun Nederlandse en Latijnse voornamen. Maar in dit geval begon het er toch een beetje op te lijken, dat een enthousiaste vogelaar gevonden was die een mus in een uilenpak had gehesen. Natuurwerkgroepen hebben door hun gesubsidieerde status altijd wel zo iemand bij de deur lopen. Voor wethouder Kuiper zat er dus niet veel anders op dan zijn uilenballenbrigade in stelling te brengen en een nauwkeurige zoektocht naar de steenuil te initiëren. Daar steekt wat mij betreft een wonderlijk stukje slagvaardigheid van het gemeentelijke apparaat achter dat om achting vraagt. Het schijnt dat alle bomen op uilensporen zijn onderzocht. Ik stel me zo voor dat het daarbij om veertjes, pootafdrukken, krassen op de stammen en het voorradig zijn van uilenballen gaat. Wie weet wat voor forensische inbreng het uilendetectieteam nog meer meebracht. Aan mijn bewondering over zoveel ambtelijke wijsheid komt schier geen eind. De uitkomst van het gezagvolle onderzoek laat zich raden: geen uil te bekennen, wist Kuiper te melden. Net zo min als een projectontwikkelaar die de huizen wilde bouwen. Zal dus weer veel wijsheid kosten om dit plan binnen de begroting te houden. Maar weer op zoek naar uilenballen!
Nel Son