Goedgeefs

column Regiobode 18 juni 2008
We zijn als Nederlanders een goedgeefs volkje. Sinds Open Het Dorp kan ons imago wat dat aangaat niet meer stuk. Er hoeft zich maar een nooddruftige situatie op de wereld aan te dienen of wij staan in de rij om onze spaarpotten leeg te storten. Ook in het klein willen we niet kleingeestig zijn. Een snelle blik door de kranten van de afgelopen weken, toont het beeld van een vrijgevige Veluwezoom. Het is goedertieren wat de klok slaat. De komst van het nieuwe zilte zeevisje inspireert inmiddels al een paar jaar twee groepen tot het organiseren van een Haringparty. Onder het motto ‘haring in het land; ondernemers in de krant’ laten de Dierense entrepreneurs en de genodigden van de ziekenfonds Rotary Kiwanisclub zich met of zonder uitje wat geld uit de zak kloppen. Steevast overtreft het bedrag dat wordt opgehaald ruimschoots de verwachtingen en geeft de overhandiging van de ge mproviseerde cheque een leuk plaatje voor de lokale bladen. Het goede doel is veelal ontroerd annex onder de indruk en uiteraard hartstikke blij met het bijeen gelopen, gezongen, gedronken en gehapte geld. Het goedgeefse zit niet alleen in het materiĆ«le. Ook het schenken van waardering lijkt een nieuwe trend te worden. We zijn daar wat minder goed in met elkaar; zowel aan de gevende kant als aan de ontvangende kant. Het gaat ons niet zo gemakkelijk af om een ander een complimentje te geven. Laat staan dat het ons zonder al te veel (valse) bescheidenheid lukt om te accepteren dat een ander iets goed van ons vindt. Het eerste wordt ons ingegeven door het vermoeden dat mensen die we loven voor hun goede werk ‘naast hun schoenen gaan lopen’. Verdenken we de ander van zweterige voeten met de bijbehorende odeur? Nee, het heeft te maken met onze nationale basisinstelling ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’. Het enige moment dat we deze grondhouding totaal en massaal loslaten is als het Nederlands elftal een goede prestatie neerzet op een internationaal toernooi. Dan toont dit ingetogen volk zich op een uitbundige manier aan de verzamelde naties en krijgen wedstrijdregisseurs er geen genoeg van om de oranjegekte in de stadions in beeld te brengen. Samen met de uit alle uithoeken van het stadion gefilmde herhalingen van hoekschoppen, tackles, guitige keepers, fronsende trainers en doelpunten zie je nog maar amper iets van de wedstrijd die aan de gang is. De moeite die we hebben bij het ontvangen van een compliment zegt iets over een andere insteek van hetzelfde egaliteitsverlangen in onze volksaard. ‘Een ander zou toch ook doen wat ik doe? Zo bijzonder is dat toch niet?’ Een heerlijke uitnodiging aan de compliment-gevende partij om er nog eens een schepje bovenop te doen. ‘Nou het is b st wel apart wat u presteert hoor!’ Dat sfeertje moet geheerst hebben in de oranjerie van kasteel Middachten waar Rhedens burgermoeder Petra van Wingerden kortgeleden vrijwilligers in het zonnetje zette. Ze zon scheen op dat moment mee, dus dat hielp een beetje. Wat ook hielp was de het nieuwe mantelpakje van de Rhedense first lady. Dat verdient een compliment waarvan ik hoop dat Petra het ‘gewoon’ kan aannemen. En nu niet bij de Raad om een verhoging van het kleedgeld gaan zeuren. Er komen nog genoeg gelegenheden waarbij haar spijkerbroek passend is. Zelf is mij erg veel gegeven in mijn leven. Daarvan raakte ik tijdens mijn korte afwezigheid hernieuwd doordrongen. Het goede te behouden voor mezelf en tegelijkertijd veel ervan door te geven lijkt me een goed (levens)doel.
Nel Son