column Regiobode 9 september 2009
Vandaag leest u mijn laatste stukje voor deze krant. Vorige week moest u me al even missen. Dat had te maken met het schrijfsel dat ik het hoofd-pennelikker had aangeleverd. In de twaalf jaar dat ik van hem de vrijheid had, om te schrijven wat ik wil, maakte hij voor het eerst gebruik van zìjn vrijheid om het niet af te drukken. Da’s een mooie score. Het zegt iets over de ruimhartige opvattingen van dit blad aangaande het vrije woord en de rol die een kolomniste daarin kan vervullen. Het zegt ook iets over mijn maatgevoel om me zo’n lange tijd in dat redactionele niemandsland te hebben kunnen handhaven. Met deze onbescheiden ‘veer in eigen bips’ zal lang niet iedere lezer het eens zijn. Ik kom er nog op terug. Sinds ik in augustus 1997 begon met het vullen van deze krantenkolom, heeft menig publiek persoon, maatschappelijk fenomeen, instantie of openbaar voornemen mijn mening moeten verdragen. Dat ging niet altijd in stilte, maar om nu te zeggen dat ik tot volksoproer heb geleid, is overdreven. Daar lag ook nooit mijn intentie. Een beetje ergernis opwekken bij hen die dat in mijn ogen verdienden, een glimlach of een sprankje ontoering waren me genoeg. Twaalf jaar stukjes schrijven: het raakte verweven met mijn weekritme. Weken waarin de actualiteit me vaak op het spoor zette van een onderwerp. Dingen die dichtbij of veraf gebeurden. Ooit waren het eigen waarnemingen, herinneringen, bedenksels. Wat het leven me op plezierige en verdrietige wijze leerde, heb ik in die twaalf jaar soms ook opgeschreven. De allermeeste weken stuurde ik mijn stukje voldaan naar deze krant. Soms was ik minder tevreden en alleen maar blij dat het ‘af’ was. Het is leuk om je mening publiek te mogen maken en zoiets went. Dat er mensen zijn die er iets van vinden, raakt echter snel op de achtergrond. Dat blijft niet twaalf jaar een belangrijke drijfveer. Af en toe iets ‘terug te horen’ door middel van een ingezonden brief, een borreltafelgesprek of via iemand anders, is vermakelijk, maar ook niet meer dan dat. Een paar reacties koester ik, omdat ze kwamen op verhalen waarin ik werkelijk had opgeschreven wat dicht bij me ligt. De boze, teleurgestelde en beledigde mensen die ooit onderwerp van mijn schrijfsels waren, zouden zich kunnen afvragen waarom ik ze heb kunnen raken. Als het publieke personen zijn, zoals de leden van ruim drie colleges van Burgemeester en Wethouders, moet ik hartelijk lachen om hun ijdelheid. Hoe vaak legde ik hier niet uit dat zij slechts de macht dienen en niet bezitten. For the record: mijn bronnen waren altijd openbaar en als ik ooit iets bedacht dat de waarheid bleek te (kunnen) zijn, is hij of zij die zich betrapt voelde degene die zich moet schamen. Dat de vrijheid om te mogen schrijven wat ik wilde, mij af en toe liet uitglijden, is echter ook aan de orde. Twaalf jaar stukjes schrijven, leerde me dat mijn maatgevoel goed, maar niet feilloos is. Er zijn in mij gekwetste delen, die me kille en cynische woorden laten gebruiken. Het is nooit te laat om daar meer aandacht aan te besteden. Soms blijkt de hulp van anderen nodig om zo’n stap te zetten. Het besluit van mijn hoofdredacteur, om deze plek in de krant vrij te maken voor ander drukwerk, was daar eigenlijk een welkome aanvulling op. Ik dank hem en al mijn lezers voor de ruimte die ik twaalf jaren hier kreeg. Net voor mijn koperen kolomnistenjubileum zeg ik u allen een welgemeend vaarwel. De koperpoets kan in de kast blijven.
Nel Son
Vakantiewerk 2009 - 6
column 2 september 2009
Voordat het er volgende week weer opzit - die eindeloze komkommertijd - nog een laatste stukje vakantiewerk. In de achterliggende weken ben ik op deze plek reuze geholpen met fraaie staaltjes huisvlijt en querulantisme. Het voldeed in alles aan mijn verwachtingen. Topper van deze vakantie was uiteraard Maria Bode uit Rheden. Die liep - bij wijze van spreken - helemaal leeg. Na haar aanvankelijke aarzeling over mijn strenge regels, kon ze haar pen bijna niet meer wegleggen. In mijn hoop een eigen poema op de Veluwe te creëren, liet ik me de afgelopen weken steeds iets over Albert Lentink ontvallen. Helaas had Nederland - en dus ook de oostelijke Veluwezoom - ineens de dertienjarige Laura als komkommernieuws, dus Albert kwam er niet doorheen. Een beetje een ongelijke strijd, dat zie ik ook wel in. Toch zou Laura gemakkelijk een kleinkind van Albert Lentink geweest kunnen zijn. Net als haar opa is ze haar tijd behoorlijk vooruit, heeft ze lak aan regels die haar in haar bewegingsvrijheid beperken en stelt ze zich ietwat hooghartig op. Nu komt Laura op haar leeftijd beter uit haar worden dan Albert, maar da’s niet zo verbazingwekkend. Als dertienjarige heb je genoeg aan een verveelde blik, een schouderophalen en de woordjes ‘lekker puh’. Voor Albert komt er meer bij kijken om zich een plek in de wereld te bevechten. Albert is immers geen begaafde puber die weet uit welke hoek de wind waait. Nee, Albert is ondernemer. Een uiterst goede ondernemer, dat wel. Maar om dat te blijven, weet hij, is het alle dagen oorlog. Albert trekt dan ook ten strijde tegen alles wat hem als ondernemer kan belemmeren. En dat al jaren. Neem nu de kwestie van die parkeeroverlast bij de nieuw te vestigen huisartsenpraktijk in de Rabobank aan de Wilhelminaweg die hij aankaartte. Toen ik vijfentwintig jaar geleden voor het eerst in Dieren kwam, was Diderna nog een winkelstraat waar het verkeer gewoon doorheen reed. Je kon er dus ook voor de winkels parkeren. Maar liever niet voor de winkel van Albert, die er in die tijd nog de meeste meters etalage bezat. Op een vroege woensdagmorgen stalde ik ooit mijn bescheiden automobiel ter hoogte van zijn winkeldeur. Prompt verliet Albert zijn riante winkelpand en stelde mij op de hoogte van de te verwachten derving aan winkelnering die mijn vervoermiddel daar ging veroorzaken. Hij had zijn scandinavische woninginrichting toch niet vanuit de verre fjorden laten aanrukken om er het zicht op te laten bederven door mijn autootje? Op de vele meters trottoir die Diderna toen nog had, konden Romeinse cohorten langs zijn etalage marcheren en nog had je al die mooie meubeltjes en gordijnstoffen tot in detail kunnen bewonderen. Mijn reactie van toen - ik heb mijn schouders opgehaald en ’lekker puh’ gezegd - moet Albert niet verbaasd hebben. Het is de reactie die hij heel zijn leven heeft weten op te roepen. Ook met de kwestie huisartsenpraktijk zegt de bezwaarcommissie iets soortgelijks. Albert poging een blokkade op te werpen tegen de verhuizing van fietswinkel Riesewijk, gaat ook al die kant in. De eenzame strijdende ondernemer, de vechter tegen alle bierkaaien, handhaaft zich echter moeiteloos. Ook al de tol hoog. Deze topondernemer verdient het eigenlijk om eens serieus genomen te worden. Maar een beetje goodwill zou hem geen kwaad doen. Tip voor Albert: begin een zaak in nautische artikelen waar ooit Wolsink gevestigd was. Laura wil de winkel best komen openen. Die gaat voorlopig toch nergens heen.
Nel Son.
Voordat het er volgende week weer opzit - die eindeloze komkommertijd - nog een laatste stukje vakantiewerk. In de achterliggende weken ben ik op deze plek reuze geholpen met fraaie staaltjes huisvlijt en querulantisme. Het voldeed in alles aan mijn verwachtingen. Topper van deze vakantie was uiteraard Maria Bode uit Rheden. Die liep - bij wijze van spreken - helemaal leeg. Na haar aanvankelijke aarzeling over mijn strenge regels, kon ze haar pen bijna niet meer wegleggen. In mijn hoop een eigen poema op de Veluwe te creëren, liet ik me de afgelopen weken steeds iets over Albert Lentink ontvallen. Helaas had Nederland - en dus ook de oostelijke Veluwezoom - ineens de dertienjarige Laura als komkommernieuws, dus Albert kwam er niet doorheen. Een beetje een ongelijke strijd, dat zie ik ook wel in. Toch zou Laura gemakkelijk een kleinkind van Albert Lentink geweest kunnen zijn. Net als haar opa is ze haar tijd behoorlijk vooruit, heeft ze lak aan regels die haar in haar bewegingsvrijheid beperken en stelt ze zich ietwat hooghartig op. Nu komt Laura op haar leeftijd beter uit haar worden dan Albert, maar da’s niet zo verbazingwekkend. Als dertienjarige heb je genoeg aan een verveelde blik, een schouderophalen en de woordjes ‘lekker puh’. Voor Albert komt er meer bij kijken om zich een plek in de wereld te bevechten. Albert is immers geen begaafde puber die weet uit welke hoek de wind waait. Nee, Albert is ondernemer. Een uiterst goede ondernemer, dat wel. Maar om dat te blijven, weet hij, is het alle dagen oorlog. Albert trekt dan ook ten strijde tegen alles wat hem als ondernemer kan belemmeren. En dat al jaren. Neem nu de kwestie van die parkeeroverlast bij de nieuw te vestigen huisartsenpraktijk in de Rabobank aan de Wilhelminaweg die hij aankaartte. Toen ik vijfentwintig jaar geleden voor het eerst in Dieren kwam, was Diderna nog een winkelstraat waar het verkeer gewoon doorheen reed. Je kon er dus ook voor de winkels parkeren. Maar liever niet voor de winkel van Albert, die er in die tijd nog de meeste meters etalage bezat. Op een vroege woensdagmorgen stalde ik ooit mijn bescheiden automobiel ter hoogte van zijn winkeldeur. Prompt verliet Albert zijn riante winkelpand en stelde mij op de hoogte van de te verwachten derving aan winkelnering die mijn vervoermiddel daar ging veroorzaken. Hij had zijn scandinavische woninginrichting toch niet vanuit de verre fjorden laten aanrukken om er het zicht op te laten bederven door mijn autootje? Op de vele meters trottoir die Diderna toen nog had, konden Romeinse cohorten langs zijn etalage marcheren en nog had je al die mooie meubeltjes en gordijnstoffen tot in detail kunnen bewonderen. Mijn reactie van toen - ik heb mijn schouders opgehaald en ’lekker puh’ gezegd - moet Albert niet verbaasd hebben. Het is de reactie die hij heel zijn leven heeft weten op te roepen. Ook met de kwestie huisartsenpraktijk zegt de bezwaarcommissie iets soortgelijks. Albert poging een blokkade op te werpen tegen de verhuizing van fietswinkel Riesewijk, gaat ook al die kant in. De eenzame strijdende ondernemer, de vechter tegen alle bierkaaien, handhaaft zich echter moeiteloos. Ook al de tol hoog. Deze topondernemer verdient het eigenlijk om eens serieus genomen te worden. Maar een beetje goodwill zou hem geen kwaad doen. Tip voor Albert: begin een zaak in nautische artikelen waar ooit Wolsink gevestigd was. Laura wil de winkel best komen openen. Die gaat voorlopig toch nergens heen.
Nel Son.
Vakantiewerk 2009 - 5
column Regiobode 26 augustus 2009
Het kan altijd nog komkommervoller, zo blijkt tijdens de vijfde vakantieweek aan de Veluwezoom. Maria Bode uit Rheden - die al twee keer vakantiewerk voor me verrichtte in deze nieuwsluwe tijden - durft me uit te dagen. Ze biedt me een derde schrijfsel aan waarin ze me tot onderwerp van haar bespiegelingen maakt. Dat zal ik toch zeker niet durven plaatsen?! Maar Maria boft: ik ben dol op uitdagingen. Ze noemt haar stukje dit keer Repelsteeltje. En hier komt het: "Wie is toch die Nel Son? Het intrigeert me. Zij weet altijd heel veel. Zij is zeer goed op de hoogte van de lokale politiek van Rheden. Of het nu ruimtelijke ordening, onderwijs of kunst betreft, of het nu vandaag speelt of al enige tijd geleden, zij heeft overal een uitgesproken mening over. Hoe komt zij aan al die informatie? Deelt zij soms het bed met een lokale bestuurder? Of werkt zij misschien als receptioniste op het gemeentehuis? Daar hoor en zie je namelijk verduveld veel. Nel Son is behoorlijk kritisch. Nu zijn politici natuurlijk altijd een heerlijk mikpunt. Ook voor cabaretiers waren, zijn en blijven zij een dankbaar onderwerp. Maar kritiek op mensen is alleen leuk als de toon licht is. Een steekje uitdelen mag best. Kleineren of keihard neersabelen is niet echt sympathiek. Hier moeten dezelfde regels gelden als voor de ingezonden stukken: schelden mag niet en beledigen ook niet. Het is een kwestie van normen en waarden. Ik moest opeens aan het woord 'vilein' denken. Het heeft mij nog enig speurwerk bezorgd. Want is het een Nederlands woord en heeft het wel die betekenis die ik erbij voel: vuil gemeen? Beste mevrouw Son, mag uw toon na de komkommertijd misschien wat milder en niet zo vilein? Bijvoorbeeld met een knipoog en een glimlach. Zoals vroeger Wim Kan of Seth Gaaikema. En wat heeft Nel Son met, of beter gezegd tegen, Albert Lentink? Ik slaap heerlijk op zijn bed en mijn kleren hangen prima in zijn kasten. Een bizarre gedachte: is zij misschien zelf deze Albert Lentink? (Sorry, meneer Lentink.) Alles is tenslotte mogelijk. Intussen is en blijft het (zij) een onopgelost raadsel. Ik denk dat Nel Son niet meer zo piepjong is, een hbo-opleiding gevolgd heeft, in Dieren woont en via het Velperbroekcircuit naar haar werk in Arnhem rijdt. Haar toon is dan wel messcherp, toch zou ik best wel een keer op een leuk terrasje gezellig met haar een glaasje willen drinken. Ik kan mij voorstellen dat Nel Son vanavond, na zonsondergang, stiekem de Posbank opgaat. Bovenop het uitzichtpunt maakt zij een rondedansje en roept uit volle borst: ‘En niemand weet dat ik... heet!’ De hertjes en konijntjes zullen haar zeker niet verraden." Nou Maria, die van die hertjes en konijntjes in combinatie met Seth Gaikema zegt me het nodige over jou. Of is dat een te veleine opmerking? Los daarvan: ik denk dat je vertolkt wat veel lezers al eens gedacht hebben de afgelopen twaalf jaren. ‘Die Gedanken sind Frei’, denk ik dan maar. Dank ook dit keer voor je vakantiewerk. Je bent mijn vaste stand in, vanaf nu. Wat Albert Lentink betreft: in de krant is mijn opmerking over hem de vorige week weggevallen. Niet echt belangrijk, maar wie de complete kolom wil lezen kan dat doen op mijn weblog nelsonregiobode.blogspot.com. Denk echt dat Albert op vakantie is, of dat hij een keer verwikkeld is in een bezwaarprocedure tégen hemzelf. Maar hopen dat hij geen hulp van zijn huisarts nodig heeft. Volgende week laatste komkommerkolom!
Nel Son
Het kan altijd nog komkommervoller, zo blijkt tijdens de vijfde vakantieweek aan de Veluwezoom. Maria Bode uit Rheden - die al twee keer vakantiewerk voor me verrichtte in deze nieuwsluwe tijden - durft me uit te dagen. Ze biedt me een derde schrijfsel aan waarin ze me tot onderwerp van haar bespiegelingen maakt. Dat zal ik toch zeker niet durven plaatsen?! Maar Maria boft: ik ben dol op uitdagingen. Ze noemt haar stukje dit keer Repelsteeltje. En hier komt het: "Wie is toch die Nel Son? Het intrigeert me. Zij weet altijd heel veel. Zij is zeer goed op de hoogte van de lokale politiek van Rheden. Of het nu ruimtelijke ordening, onderwijs of kunst betreft, of het nu vandaag speelt of al enige tijd geleden, zij heeft overal een uitgesproken mening over. Hoe komt zij aan al die informatie? Deelt zij soms het bed met een lokale bestuurder? Of werkt zij misschien als receptioniste op het gemeentehuis? Daar hoor en zie je namelijk verduveld veel. Nel Son is behoorlijk kritisch. Nu zijn politici natuurlijk altijd een heerlijk mikpunt. Ook voor cabaretiers waren, zijn en blijven zij een dankbaar onderwerp. Maar kritiek op mensen is alleen leuk als de toon licht is. Een steekje uitdelen mag best. Kleineren of keihard neersabelen is niet echt sympathiek. Hier moeten dezelfde regels gelden als voor de ingezonden stukken: schelden mag niet en beledigen ook niet. Het is een kwestie van normen en waarden. Ik moest opeens aan het woord 'vilein' denken. Het heeft mij nog enig speurwerk bezorgd. Want is het een Nederlands woord en heeft het wel die betekenis die ik erbij voel: vuil gemeen? Beste mevrouw Son, mag uw toon na de komkommertijd misschien wat milder en niet zo vilein? Bijvoorbeeld met een knipoog en een glimlach. Zoals vroeger Wim Kan of Seth Gaaikema. En wat heeft Nel Son met, of beter gezegd tegen, Albert Lentink? Ik slaap heerlijk op zijn bed en mijn kleren hangen prima in zijn kasten. Een bizarre gedachte: is zij misschien zelf deze Albert Lentink? (Sorry, meneer Lentink.) Alles is tenslotte mogelijk. Intussen is en blijft het (zij) een onopgelost raadsel. Ik denk dat Nel Son niet meer zo piepjong is, een hbo-opleiding gevolgd heeft, in Dieren woont en via het Velperbroekcircuit naar haar werk in Arnhem rijdt. Haar toon is dan wel messcherp, toch zou ik best wel een keer op een leuk terrasje gezellig met haar een glaasje willen drinken. Ik kan mij voorstellen dat Nel Son vanavond, na zonsondergang, stiekem de Posbank opgaat. Bovenop het uitzichtpunt maakt zij een rondedansje en roept uit volle borst: ‘En niemand weet dat ik... heet!’ De hertjes en konijntjes zullen haar zeker niet verraden." Nou Maria, die van die hertjes en konijntjes in combinatie met Seth Gaikema zegt me het nodige over jou. Of is dat een te veleine opmerking? Los daarvan: ik denk dat je vertolkt wat veel lezers al eens gedacht hebben de afgelopen twaalf jaren. ‘Die Gedanken sind Frei’, denk ik dan maar. Dank ook dit keer voor je vakantiewerk. Je bent mijn vaste stand in, vanaf nu. Wat Albert Lentink betreft: in de krant is mijn opmerking over hem de vorige week weggevallen. Niet echt belangrijk, maar wie de complete kolom wil lezen kan dat doen op mijn weblog nelsonregiobode.blogspot.com. Denk echt dat Albert op vakantie is, of dat hij een keer verwikkeld is in een bezwaarprocedure tégen hemzelf. Maar hopen dat hij geen hulp van zijn huisarts nodig heeft. Volgende week laatste komkommerkolom!
Nel Son
Vakantiewerk 2009 - 4
column Regiobode 19 augustus 2009
We zijn in het episch centrum van de komkommertijd aangeland. Steevast het moment dat er niemand meer over is die dit stukje leest èn het moment dat de Rhedense VVD haar top-verkiezingstopic bekend maakt. De liberalen hebben hun winststrategie uitgestippeld voor de Gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar. De aanbidders van vrijheid en democratie zijn klaar met hun analyse van het Rhedense kiezersklootjesvolk. Mikpunt voor hun aanstaande zetelswinst is de bouwer van de dakkapel. Deze initiatiefrijke burger wordt als het aan de VVD ligt binnenkort niet langer geplaagd door ‘een overbodig bureaucratisch instituut’, zoals fractievoorzitter Ronald Haverkamp het lekker populistisch noemt. Toch leren die liberalen behoorlijk wat bij, sinds Geert Wilders uit hun midden vertrok. Genuanceerd delibereren onder het genot van een glaasje port, met op de achtergrond de klanken van een dixielandorkestje, is er niet meer bij. Hakken in aloude tradities en het volk in haar oerwoede over vriendjespolitiek tegemoet komen. Daar valt de verkiezingswinst te halen op gemeentelijk niveau. Zeker nu Wilders bekend maakte alleen nog maar in Almere en Den Haag met de gemeenteraadsverkiezingen te gaan meedoen. Wat Haverkamp betreft kan de Rhedense Welstandscommissie opzouten. Waar het over schoonheid moet gaan, spelen vriendendiensten altijd een rol, weet Ronald. Heel typisch dat de partij die het altijd van het old-boys-netwerk heeft moeten hebben - en nog steeds - ineens de arbeider zijn afzichtelijke aanbouwsel gunt, zonder elitaire welstandstoetsing. Welke persoonlijke gebrouilleerdheid met een of meerdere leden van de huidige Welstandscommissie ligt daar aan ten grondslag, vraag ik me dan meteen af. Iedereen in de Gemeente Rheden weet sinds jaar en dag dat je voor het welslagen van een bouwaanvraag het beste een bepaalde architect uit Ellecom de aanvraag kon laten indienen, omdat hij eerder op het gemeentehuis in De Steeg werkte. Dat zijn toch heel bruikbare wetenswaardigheden als je heel liberaal een derde carport bij je optrekje wil laten plaatsen. Ook het Gelders Genootschap, dat de leden van de Rhedense Welstandscommissie levert, hoeven we toch niet plotseling van bolsjewistische sympathieën te verdenken, als het aan Ronald Haverkamp ligt, dunkt me? Wat bezielt de VVD - off all parties - om voor het afschaffen van de Welstandscommissie het argument ‘vriendjespolitiek’ op te voeren. Juist die aangename wijze van ‘ons-kent-ons’ en ‘daar-bel-ik-wel-even-een-vrindje-over’ maakte het aanvragen van een nieuwe voorgevel tot een administratief peulenschilletje. Tuurlijk lijkt het vrijgeven van alle bouwaanvragen bijzonder liberaal, maar het leidt gemakkelijk tot een arbeidereske verslonzing van de openbare ruimte. Het gaat uit van de gelijkheidsgedachte dat iedereen die tussen SBS6 en RTL4 kan zappen ook het verschil kent tussen goothoogten en gothiek, bouwvolumes en barok en renovatie en renaissance. Maar goed; als de Rhedense liberalen het hiermee denken te gaan redden, hoe onliberaal zou het van mij zijn om ze daarvan af te houden. Het zou haaks staan op het vakantiewerk dat ik op deze plek aanbiedt: nog twee weken is er ruimte voor uw eigen schrijfsels. In te sturen naar nel.son@chello.nl. Bij plaatsing in de krant volgt ook publicatie op mijn weblog nelsonregiobode.blogspot.com. De enige welstandstoetsing op uw inzending geschiedt door mij. Voor Albert Lentink ben ik niet extra streng.
Nel Son.
We zijn in het episch centrum van de komkommertijd aangeland. Steevast het moment dat er niemand meer over is die dit stukje leest èn het moment dat de Rhedense VVD haar top-verkiezingstopic bekend maakt. De liberalen hebben hun winststrategie uitgestippeld voor de Gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar. De aanbidders van vrijheid en democratie zijn klaar met hun analyse van het Rhedense kiezersklootjesvolk. Mikpunt voor hun aanstaande zetelswinst is de bouwer van de dakkapel. Deze initiatiefrijke burger wordt als het aan de VVD ligt binnenkort niet langer geplaagd door ‘een overbodig bureaucratisch instituut’, zoals fractievoorzitter Ronald Haverkamp het lekker populistisch noemt. Toch leren die liberalen behoorlijk wat bij, sinds Geert Wilders uit hun midden vertrok. Genuanceerd delibereren onder het genot van een glaasje port, met op de achtergrond de klanken van een dixielandorkestje, is er niet meer bij. Hakken in aloude tradities en het volk in haar oerwoede over vriendjespolitiek tegemoet komen. Daar valt de verkiezingswinst te halen op gemeentelijk niveau. Zeker nu Wilders bekend maakte alleen nog maar in Almere en Den Haag met de gemeenteraadsverkiezingen te gaan meedoen. Wat Haverkamp betreft kan de Rhedense Welstandscommissie opzouten. Waar het over schoonheid moet gaan, spelen vriendendiensten altijd een rol, weet Ronald. Heel typisch dat de partij die het altijd van het old-boys-netwerk heeft moeten hebben - en nog steeds - ineens de arbeider zijn afzichtelijke aanbouwsel gunt, zonder elitaire welstandstoetsing. Welke persoonlijke gebrouilleerdheid met een of meerdere leden van de huidige Welstandscommissie ligt daar aan ten grondslag, vraag ik me dan meteen af. Iedereen in de Gemeente Rheden weet sinds jaar en dag dat je voor het welslagen van een bouwaanvraag het beste een bepaalde architect uit Ellecom de aanvraag kon laten indienen, omdat hij eerder op het gemeentehuis in De Steeg werkte. Dat zijn toch heel bruikbare wetenswaardigheden als je heel liberaal een derde carport bij je optrekje wil laten plaatsen. Ook het Gelders Genootschap, dat de leden van de Rhedense Welstandscommissie levert, hoeven we toch niet plotseling van bolsjewistische sympathieën te verdenken, als het aan Ronald Haverkamp ligt, dunkt me? Wat bezielt de VVD - off all parties - om voor het afschaffen van de Welstandscommissie het argument ‘vriendjespolitiek’ op te voeren. Juist die aangename wijze van ‘ons-kent-ons’ en ‘daar-bel-ik-wel-even-een-vrindje-over’ maakte het aanvragen van een nieuwe voorgevel tot een administratief peulenschilletje. Tuurlijk lijkt het vrijgeven van alle bouwaanvragen bijzonder liberaal, maar het leidt gemakkelijk tot een arbeidereske verslonzing van de openbare ruimte. Het gaat uit van de gelijkheidsgedachte dat iedereen die tussen SBS6 en RTL4 kan zappen ook het verschil kent tussen goothoogten en gothiek, bouwvolumes en barok en renovatie en renaissance. Maar goed; als de Rhedense liberalen het hiermee denken te gaan redden, hoe onliberaal zou het van mij zijn om ze daarvan af te houden. Het zou haaks staan op het vakantiewerk dat ik op deze plek aanbiedt: nog twee weken is er ruimte voor uw eigen schrijfsels. In te sturen naar nel.son@chello.nl. Bij plaatsing in de krant volgt ook publicatie op mijn weblog nelsonregiobode.blogspot.com. De enige welstandstoetsing op uw inzending geschiedt door mij. Voor Albert Lentink ben ik niet extra streng.
Nel Son.
Vakantiewerk 2009 - 3
column Regiobode 12 augustus 2009
Met de ingezonden bijdragen van de afgelopen twee weken, word ik wel een beetje lui, merk ik. Tja, vakantiewerkers die het van me ovenemen, heeft toch wel iets. Voor wie deze tijdelijke vacature niet eerder las: u mag een eigen bijdrage voor deze column insturen naar nel.son@chello.nl en dan bepaal ik wat ik er mee doe. Geen correspondentie of discussie; hooguit op mijn weblog http://nelsonregiobode.blogspot.com, waar uw bijdrage ook gepubliceerd zal worden. Een velletje A4 voor driekwart volpennen is genoeg, want ik wil er zelf ook nog wat omheen schrijven. De vakantiewerkers tot nu toe hebben met gemengde gevoelens toegegeven aan deze mogelijkheid om ook eens in een advertentieblaadje gepubliceerd te worden. Maar de ervaring leert - inmiddels - dat de meest strenge vakantiewerkvoorwaarden inzenders niet weerhouden om een tweede keer te solliciteren. Vakantiewerkster van de eerste week Maria Bode uit Rheden, stuurt nog een keer een bijdrage in. Een beetje aarzelend of het wel mag, maar gemak dient de schrijvende vakantiemens in komkommertijd. Plus dat het onderwerp van je inzending deze week me zeer aan het hardt gaat; namelijk de kwestie d, t of dt. Dus daarom hierna de bijdrage van de ervaren vakantiewerkster Maria Bode: De Nederlandse taal is en blijft moeilijk. Neem nu de d, t of dt. Wanneer moet je welke letter(s) schrijven? Elke keer als ik weer een d zie terwijl het een t zou moeten zijn gaat er een enorme elektrische schok door mij heen. Ik begrijp zo'n fout niet en word er zo moedeloos van. Maar een vriend wees mij er heel fijntjes op dat het verkeerd gebruik voor sommigen onmacht is. Bijvoorbeeld omdat zij dyslectisch zijn. Sorry mensen; daar had ik niet aan gedacht. Voor velen is de fout echter wel luiheid of pure slordigheid. Woonden we maar in Engeland. Daar is het zo simpel. In de tegenwoordige tijd gebruik je het hele werkwoord, maar bij de derde persoon enkelvoud plaats je er een s erachter. Bij de verleden tijd en het voltooid deelwoord hoeft er allen maar ed achter. Makkelijk toch? Terug naar Nederland. Een supermarkt wil klanten van de camping aan de overkant van de IJssel trekken. Op een grote poster stond: Rheden betaald (met een d) uw overtocht. De fout werd snel hersteld. Eerst met een papiertje met een t erop geplakt en later met een nieuwe poster. Een andere supermarkt bood de klanten korting aan om de verbouwing te vieren. In het foldertje schreven zij: u bepaald (ook met een d) zelf uw korting. En in het tweede foldertje, een week later, stond het nog precies zo. Jammer. Wie heeft er naar de definitieve tekst gekeken, vraag ik mij dan af. Zijn deze foutjes te voorkomen? Wij hadden vroeger, lang geleden, een ezelsbruggetje: het kofschip. Na een k, f, s of p volgt een t. In alle andere gevallen schrijf je een d. Het werkt. Je zou natuurlijk ook de grammaticaspelling op de computer kunnen aanzetten. Maar dan vraagt de PC in elke zin tig keer of je dat nu echt zo bedoelt. Dus dat schiet niet erg op. Maar wat dan wel? Mijn advies voor twijfelaars: laat een deskundige voor het printen of drukken de tekst controleren. Succes! Goeie bal, Maria! Je kunt het zo van me overnemen op deze plek. Dat zou de inzendster van vorige week ook kunnen, maar haar tweede bijdrage laat ik eerste even screenen door iemand die er voor heeft doorgeleerd. Is Albert Lentink met vakantie trouwens?
Nel Son
Met de ingezonden bijdragen van de afgelopen twee weken, word ik wel een beetje lui, merk ik. Tja, vakantiewerkers die het van me ovenemen, heeft toch wel iets. Voor wie deze tijdelijke vacature niet eerder las: u mag een eigen bijdrage voor deze column insturen naar nel.son@chello.nl en dan bepaal ik wat ik er mee doe. Geen correspondentie of discussie; hooguit op mijn weblog http://nelsonregiobode.blogspot.com, waar uw bijdrage ook gepubliceerd zal worden. Een velletje A4 voor driekwart volpennen is genoeg, want ik wil er zelf ook nog wat omheen schrijven. De vakantiewerkers tot nu toe hebben met gemengde gevoelens toegegeven aan deze mogelijkheid om ook eens in een advertentieblaadje gepubliceerd te worden. Maar de ervaring leert - inmiddels - dat de meest strenge vakantiewerkvoorwaarden inzenders niet weerhouden om een tweede keer te solliciteren. Vakantiewerkster van de eerste week Maria Bode uit Rheden, stuurt nog een keer een bijdrage in. Een beetje aarzelend of het wel mag, maar gemak dient de schrijvende vakantiemens in komkommertijd. Plus dat het onderwerp van je inzending deze week me zeer aan het hardt gaat; namelijk de kwestie d, t of dt. Dus daarom hierna de bijdrage van de ervaren vakantiewerkster Maria Bode: De Nederlandse taal is en blijft moeilijk. Neem nu de d, t of dt. Wanneer moet je welke letter(s) schrijven? Elke keer als ik weer een d zie terwijl het een t zou moeten zijn gaat er een enorme elektrische schok door mij heen. Ik begrijp zo'n fout niet en word er zo moedeloos van. Maar een vriend wees mij er heel fijntjes op dat het verkeerd gebruik voor sommigen onmacht is. Bijvoorbeeld omdat zij dyslectisch zijn. Sorry mensen; daar had ik niet aan gedacht. Voor velen is de fout echter wel luiheid of pure slordigheid. Woonden we maar in Engeland. Daar is het zo simpel. In de tegenwoordige tijd gebruik je het hele werkwoord, maar bij de derde persoon enkelvoud plaats je er een s erachter. Bij de verleden tijd en het voltooid deelwoord hoeft er allen maar ed achter. Makkelijk toch? Terug naar Nederland. Een supermarkt wil klanten van de camping aan de overkant van de IJssel trekken. Op een grote poster stond: Rheden betaald (met een d) uw overtocht. De fout werd snel hersteld. Eerst met een papiertje met een t erop geplakt en later met een nieuwe poster. Een andere supermarkt bood de klanten korting aan om de verbouwing te vieren. In het foldertje schreven zij: u bepaald (ook met een d) zelf uw korting. En in het tweede foldertje, een week later, stond het nog precies zo. Jammer. Wie heeft er naar de definitieve tekst gekeken, vraag ik mij dan af. Zijn deze foutjes te voorkomen? Wij hadden vroeger, lang geleden, een ezelsbruggetje: het kofschip. Na een k, f, s of p volgt een t. In alle andere gevallen schrijf je een d. Het werkt. Je zou natuurlijk ook de grammaticaspelling op de computer kunnen aanzetten. Maar dan vraagt de PC in elke zin tig keer of je dat nu echt zo bedoelt. Dus dat schiet niet erg op. Maar wat dan wel? Mijn advies voor twijfelaars: laat een deskundige voor het printen of drukken de tekst controleren. Succes! Goeie bal, Maria! Je kunt het zo van me overnemen op deze plek. Dat zou de inzendster van vorige week ook kunnen, maar haar tweede bijdrage laat ik eerste even screenen door iemand die er voor heeft doorgeleerd. Is Albert Lentink met vakantie trouwens?
Nel Son
Vakantiewerk 2009-2
column Regiobode 5 augustus 2009
"Schandalig, Nietsontziend en Schaamteloos", zo ervaart Liesbeth Schut de service van de SNS-bank in Velp. Ze bood een boze brief daarover begin juli aan bij de redactie van dit blad. Mijn chef-pennenlikker poeierde haar vakkundig af en Liesbeths poging tot een zinnig gesprek - zoals ze het zelf typeert - liep op niks uit. "Lekker intelligent", karakteriseert ze mijn eindredacteur en da’s natuurlijk een beetje te veel van het ‘goeie’. Zou het bij Liebeth zo zijn dat ze bij anderen weet op te roepen wat haar van zichzelf het meeste tegenstaat? Afgezien van de herkenning die haar bankervaringen oproepen, heeft haar verhaal namelijk ook een ietsiepietsie querulantisme in zich. In die mate dat je denkt: je zult haar maar als klant hebben. Als vakantiewerkster ben ik echter hartstikke blij met haar. Net als met mijn werkgever die haar verhaal eerder weigerde. Hier komt het alsnog: "In navolging van de reeks klantonvriendelijke maatregelen die SNS Bank Velp al heeft doorgevoerd zoals hogere kosten, het moeten betalen voor bankoverschriften, geen biljetten naar keuze meer kunnen pinnen, geen buitenlands geld meer kunnen ophalen en het schappen van overige diensten heeft SNS nu wéér iets verzonnen om haar klanten het leven zuur te maken; vanaf 6 augustus kunnen er geen betalingsopdrachten meer in de brievenbus van het kantoor Parkstraat worden gedaan, maar moet dit in een envelop naar een postbusnummer in Arnhem waarbij men iedere keer een postzegel moet plakken! En dan maar hopen dat het aankomt! Dit is de zoveelste maatregel om maar vooral iedereen naar het nog steeds niet helemaal veilige Internetbankieren tedwingen! Toen ik gisteren samen met een oude mijnheer die zelf geen pc heeft en een andere mevrouw die aangaf ook al meerder malen geklaagd te hebben en liever uit te wijken naar filiaal Presikhaaf omdat de medewerkers van kantoor Velp ronduit onbeschoft zijn, werd alles wat wij aangaven weggezwaaid en werd er wederom geroepen dat Internetbankieren toch oh zo makkelijk is. Jazeker - voor SNS bank zelf. De enige 'service' die ze nog verlenen gaat over het verstrekken van hypotheken en leningen etc. waarmee ze (ongetwijfeld teveel!) geld kunnen verdienen! En wat de klant ervan vindt kan hen niets schelen! En daarmee konden wij het doen. De vele forums/Google spreken inmiddels ook al boekdelen over vooral de SNS Bank. Toen ik later die middag terugging om mijn maandelijkse huur dan maar alvast voortaan automatisch te laten overmaken werd ik weer onbeschoft, empathie- en respectloos behandeld en kreeg ik bij verlaten van het kantoor nog even een trap na; toen ik bij het weglopen zei dat ze maar vooral zo door moesten gaan met hun klantonvriendelijke wanbeleid werd mij nog even 'Doen we!' nageroepen!!! Mijn vraag is nu: moeten wij dit allemaal maar over onze kant laten gaan? Staan we dan met z'n allen eindelijk écht helemaal met onze rug tegen de muur? Waar moet dit naar toe...?!? Mij is inmiddels wel duidelijk waar 'SNS' voor staat; voor 'Schandalig, Nietsontziend en Schaamteloos'!" Wie verricht er volgende week vakantiewerk op deze plek? Er moet toch iemand te vinden zijn met soortgelijke ervaringen met ondernemer Albert Lentink uit Dieren? Stuur uw bijdrage naar nel.son@chello.nl en ik komkommeren me erom.
Nel Son
"Schandalig, Nietsontziend en Schaamteloos", zo ervaart Liesbeth Schut de service van de SNS-bank in Velp. Ze bood een boze brief daarover begin juli aan bij de redactie van dit blad. Mijn chef-pennenlikker poeierde haar vakkundig af en Liesbeths poging tot een zinnig gesprek - zoals ze het zelf typeert - liep op niks uit. "Lekker intelligent", karakteriseert ze mijn eindredacteur en da’s natuurlijk een beetje te veel van het ‘goeie’. Zou het bij Liebeth zo zijn dat ze bij anderen weet op te roepen wat haar van zichzelf het meeste tegenstaat? Afgezien van de herkenning die haar bankervaringen oproepen, heeft haar verhaal namelijk ook een ietsiepietsie querulantisme in zich. In die mate dat je denkt: je zult haar maar als klant hebben. Als vakantiewerkster ben ik echter hartstikke blij met haar. Net als met mijn werkgever die haar verhaal eerder weigerde. Hier komt het alsnog: "In navolging van de reeks klantonvriendelijke maatregelen die SNS Bank Velp al heeft doorgevoerd zoals hogere kosten, het moeten betalen voor bankoverschriften, geen biljetten naar keuze meer kunnen pinnen, geen buitenlands geld meer kunnen ophalen en het schappen van overige diensten heeft SNS nu wéér iets verzonnen om haar klanten het leven zuur te maken; vanaf 6 augustus kunnen er geen betalingsopdrachten meer in de brievenbus van het kantoor Parkstraat worden gedaan, maar moet dit in een envelop naar een postbusnummer in Arnhem waarbij men iedere keer een postzegel moet plakken! En dan maar hopen dat het aankomt! Dit is de zoveelste maatregel om maar vooral iedereen naar het nog steeds niet helemaal veilige Internetbankieren tedwingen! Toen ik gisteren samen met een oude mijnheer die zelf geen pc heeft en een andere mevrouw die aangaf ook al meerder malen geklaagd te hebben en liever uit te wijken naar filiaal Presikhaaf omdat de medewerkers van kantoor Velp ronduit onbeschoft zijn, werd alles wat wij aangaven weggezwaaid en werd er wederom geroepen dat Internetbankieren toch oh zo makkelijk is. Jazeker - voor SNS bank zelf. De enige 'service' die ze nog verlenen gaat over het verstrekken van hypotheken en leningen etc. waarmee ze (ongetwijfeld teveel!) geld kunnen verdienen! En wat de klant ervan vindt kan hen niets schelen! En daarmee konden wij het doen. De vele forums/Google spreken inmiddels ook al boekdelen over vooral de SNS Bank. Toen ik later die middag terugging om mijn maandelijkse huur dan maar alvast voortaan automatisch te laten overmaken werd ik weer onbeschoft, empathie- en respectloos behandeld en kreeg ik bij verlaten van het kantoor nog even een trap na; toen ik bij het weglopen zei dat ze maar vooral zo door moesten gaan met hun klantonvriendelijke wanbeleid werd mij nog even 'Doen we!' nageroepen!!! Mijn vraag is nu: moeten wij dit allemaal maar over onze kant laten gaan? Staan we dan met z'n allen eindelijk écht helemaal met onze rug tegen de muur? Waar moet dit naar toe...?!? Mij is inmiddels wel duidelijk waar 'SNS' voor staat; voor 'Schandalig, Nietsontziend en Schaamteloos'!" Wie verricht er volgende week vakantiewerk op deze plek? Er moet toch iemand te vinden zijn met soortgelijke ervaringen met ondernemer Albert Lentink uit Dieren? Stuur uw bijdrage naar nel.son@chello.nl en ik komkommeren me erom.
Nel Son
Vakantiewerk 2009-1
column Regiobode 29 juli 2009
Mijn oproep, twee weken geleden, om op deze plek vakantiewerk te komen doen, bleef niet zonder reactie. Vandaag en volgende week, nemen Maria Bode uit Rheden en Liesbeth Schut uit Velp mij een deel van mijn werk uit handen. Nog meer vakantiewerkers zijn welkom. Lees de condities op mijn weblog nelsonregiobode.blogspot.com. Insturen van uw bijdrage doet u naar nel.son@chello.nl. Over de voorwaarden waaronder ze me mag helpen de komkommertijd door te komen, is Maria wat aarzelend. Ze noemt haar bijdrage niet voor niets Dilemma en democratie. Eerst stribbelt ze een beetje tegen, maar gelukkig besluit ze toch haar vakantiebaantje te accepteren. Hier is haar verhaal: “Uw spelregels zijn klip en klaar. Wij, uw lezers, mogen u in de komkommertijd best een handje helpen, maar alleen zoals het u behaagt. Zeer autoritair en dictatoriaal. En dan die toon… Niet erg uitnodigend. Maar misschien is dat eigenlijk wel uw bedoeling. Want u zou eens concurrentie kunnen krijgen van een goede columnschrijver. Dus: nee, ik vind uw condities niet acceptabel. Aan de andere kant is dit wellicht de kans om een stukje in de krant te krijgen. Dilemma. Wat zal ik doen? Consequent en star blijven en u, mevrouw Son, niet helpen? Of over mijn tegenzin heenstappen en omwille van het goede doel (graag in de krant komen) een stukje schrijven? Ik kan dan later altijd nog op uw weblog reageren. Het lijkt wel politiek. Ik ben het totaal niet eens met een voorstel of plan. Toch moet ik eraan meewerken, anders is mijn kans op verder meepraten verkeken. En meepraten is het grote voordeel van democratie. Ik moet er niet aan denken in een land met een dictatoriaal regime te wonen. Waar men niet voor de eigen mening mag uitkomen. Laat staan kritiek, hoe gering ook, op de regering spuien. Vrouwen als Aletta Jacobs ben ik zeer dankbaar voor hun strijd om gelijke rechten voor man en vrouw. Ik zal dan ook bij elke verkiezing van mijn verworven stemrecht gebruikmaken. Maar de laatste tijd vraag ik mij steeds vaker af in hoeverre mijn stem de samenstelling van het college daadwerkelijk beïnvloedt. Heeft stemmen echt wel nut of zin? Ongeacht de verkiezingsuitslag zijn het bijna altijd dezelfde gevestigde partijen die jaar in jaar uit de dienst uitmaken. Voor de vorm mag dan wel iemand namens een plaatselijke of kleinere partij die winst behaald heeft ook meedoen in het college. Is dat democratie? Dan denk ik stel toch gewoon een college samen met de drie grootste partijen zoals de kiezers bepaald hebben. Het zijn allemaal volwassen mensen. Laten ze nu een keer hun ego en verlangen naar macht opzijzetten en samen een beleidsplan op tafel leggen wat goed is voor alle burgers. Ben ik naïef?” Waarom zo onzeker eindigen, mijn beste Maria. Tijdens vakantiewerk als een columniste, kun je je eigenlijk geen twijfel veroorloven. Maar dank voor je bijdrage (en het moet inderdaad Els van Hout zijn in mijn column van 13 mei over vrouwen in de politiek). Volgende week gaat Liesbeth op deze plek uitleggen wat de letters SNS in haar ogen betekenen. De woordvoerder van die bank mag alvast een reactie mailen. Neem ik die ook mee. Querullanten en andere eigenzinnige eigenaren van twijfelachtige menigen (met uitzondering van Albert Lentink uit Dieren): ik heb nog vier columns vakantiewerk voor u om te vullen.
Nel Son
Mijn oproep, twee weken geleden, om op deze plek vakantiewerk te komen doen, bleef niet zonder reactie. Vandaag en volgende week, nemen Maria Bode uit Rheden en Liesbeth Schut uit Velp mij een deel van mijn werk uit handen. Nog meer vakantiewerkers zijn welkom. Lees de condities op mijn weblog nelsonregiobode.blogspot.com. Insturen van uw bijdrage doet u naar nel.son@chello.nl. Over de voorwaarden waaronder ze me mag helpen de komkommertijd door te komen, is Maria wat aarzelend. Ze noemt haar bijdrage niet voor niets Dilemma en democratie. Eerst stribbelt ze een beetje tegen, maar gelukkig besluit ze toch haar vakantiebaantje te accepteren. Hier is haar verhaal: “Uw spelregels zijn klip en klaar. Wij, uw lezers, mogen u in de komkommertijd best een handje helpen, maar alleen zoals het u behaagt. Zeer autoritair en dictatoriaal. En dan die toon… Niet erg uitnodigend. Maar misschien is dat eigenlijk wel uw bedoeling. Want u zou eens concurrentie kunnen krijgen van een goede columnschrijver. Dus: nee, ik vind uw condities niet acceptabel. Aan de andere kant is dit wellicht de kans om een stukje in de krant te krijgen. Dilemma. Wat zal ik doen? Consequent en star blijven en u, mevrouw Son, niet helpen? Of over mijn tegenzin heenstappen en omwille van het goede doel (graag in de krant komen) een stukje schrijven? Ik kan dan later altijd nog op uw weblog reageren. Het lijkt wel politiek. Ik ben het totaal niet eens met een voorstel of plan. Toch moet ik eraan meewerken, anders is mijn kans op verder meepraten verkeken. En meepraten is het grote voordeel van democratie. Ik moet er niet aan denken in een land met een dictatoriaal regime te wonen. Waar men niet voor de eigen mening mag uitkomen. Laat staan kritiek, hoe gering ook, op de regering spuien. Vrouwen als Aletta Jacobs ben ik zeer dankbaar voor hun strijd om gelijke rechten voor man en vrouw. Ik zal dan ook bij elke verkiezing van mijn verworven stemrecht gebruikmaken. Maar de laatste tijd vraag ik mij steeds vaker af in hoeverre mijn stem de samenstelling van het college daadwerkelijk beïnvloedt. Heeft stemmen echt wel nut of zin? Ongeacht de verkiezingsuitslag zijn het bijna altijd dezelfde gevestigde partijen die jaar in jaar uit de dienst uitmaken. Voor de vorm mag dan wel iemand namens een plaatselijke of kleinere partij die winst behaald heeft ook meedoen in het college. Is dat democratie? Dan denk ik stel toch gewoon een college samen met de drie grootste partijen zoals de kiezers bepaald hebben. Het zijn allemaal volwassen mensen. Laten ze nu een keer hun ego en verlangen naar macht opzijzetten en samen een beleidsplan op tafel leggen wat goed is voor alle burgers. Ben ik naïef?” Waarom zo onzeker eindigen, mijn beste Maria. Tijdens vakantiewerk als een columniste, kun je je eigenlijk geen twijfel veroorloven. Maar dank voor je bijdrage (en het moet inderdaad Els van Hout zijn in mijn column van 13 mei over vrouwen in de politiek). Volgende week gaat Liesbeth op deze plek uitleggen wat de letters SNS in haar ogen betekenen. De woordvoerder van die bank mag alvast een reactie mailen. Neem ik die ook mee. Querullanten en andere eigenzinnige eigenaren van twijfelachtige menigen (met uitzondering van Albert Lentink uit Dieren): ik heb nog vier columns vakantiewerk voor u om te vullen.
Nel Son
Abonneren op:
Posts (Atom)