column Regiobode 12 augustus 2009
Met de ingezonden bijdragen van de afgelopen twee weken, word ik wel een beetje lui, merk ik. Tja, vakantiewerkers die het van me ovenemen, heeft toch wel iets. Voor wie deze tijdelijke vacature niet eerder las: u mag een eigen bijdrage voor deze column insturen naar nel.son@chello.nl en dan bepaal ik wat ik er mee doe. Geen correspondentie of discussie; hooguit op mijn weblog http://nelsonregiobode.blogspot.com, waar uw bijdrage ook gepubliceerd zal worden. Een velletje A4 voor driekwart volpennen is genoeg, want ik wil er zelf ook nog wat omheen schrijven. De vakantiewerkers tot nu toe hebben met gemengde gevoelens toegegeven aan deze mogelijkheid om ook eens in een advertentieblaadje gepubliceerd te worden. Maar de ervaring leert - inmiddels - dat de meest strenge vakantiewerkvoorwaarden inzenders niet weerhouden om een tweede keer te solliciteren. Vakantiewerkster van de eerste week Maria Bode uit Rheden, stuurt nog een keer een bijdrage in. Een beetje aarzelend of het wel mag, maar gemak dient de schrijvende vakantiemens in komkommertijd. Plus dat het onderwerp van je inzending deze week me zeer aan het hardt gaat; namelijk de kwestie d, t of dt. Dus daarom hierna de bijdrage van de ervaren vakantiewerkster Maria Bode: De Nederlandse taal is en blijft moeilijk. Neem nu de d, t of dt. Wanneer moet je welke letter(s) schrijven? Elke keer als ik weer een d zie terwijl het een t zou moeten zijn gaat er een enorme elektrische schok door mij heen. Ik begrijp zo'n fout niet en word er zo moedeloos van. Maar een vriend wees mij er heel fijntjes op dat het verkeerd gebruik voor sommigen onmacht is. Bijvoorbeeld omdat zij dyslectisch zijn. Sorry mensen; daar had ik niet aan gedacht. Voor velen is de fout echter wel luiheid of pure slordigheid. Woonden we maar in Engeland. Daar is het zo simpel. In de tegenwoordige tijd gebruik je het hele werkwoord, maar bij de derde persoon enkelvoud plaats je er een s erachter. Bij de verleden tijd en het voltooid deelwoord hoeft er allen maar ed achter. Makkelijk toch? Terug naar Nederland. Een supermarkt wil klanten van de camping aan de overkant van de IJssel trekken. Op een grote poster stond: Rheden betaald (met een d) uw overtocht. De fout werd snel hersteld. Eerst met een papiertje met een t erop geplakt en later met een nieuwe poster. Een andere supermarkt bood de klanten korting aan om de verbouwing te vieren. In het foldertje schreven zij: u bepaald (ook met een d) zelf uw korting. En in het tweede foldertje, een week later, stond het nog precies zo. Jammer. Wie heeft er naar de definitieve tekst gekeken, vraag ik mij dan af. Zijn deze foutjes te voorkomen? Wij hadden vroeger, lang geleden, een ezelsbruggetje: het kofschip. Na een k, f, s of p volgt een t. In alle andere gevallen schrijf je een d. Het werkt. Je zou natuurlijk ook de grammaticaspelling op de computer kunnen aanzetten. Maar dan vraagt de PC in elke zin tig keer of je dat nu echt zo bedoelt. Dus dat schiet niet erg op. Maar wat dan wel? Mijn advies voor twijfelaars: laat een deskundige voor het printen of drukken de tekst controleren. Succes! Goeie bal, Maria! Je kunt het zo van me overnemen op deze plek. Dat zou de inzendster van vorige week ook kunnen, maar haar tweede bijdrage laat ik eerste even screenen door iemand die er voor heeft doorgeleerd. Is Albert Lentink met vakantie trouwens?
Nel Son
2 opmerkingen:
Corrigerende aanvulling: het ezelsbruggetje 'kofschip' wordt alleen gebruikt bij het voltooid deelwoord.
Maria Bode
Bedankt voor een interessante blog
Een reactie posten