column Regiobode 22 april 2009
Het gaf altijd opnieuw die prettige tinteling. De sensatie dat het nog steeds werkte, versterkte het alleen maar. Ze voelde zich op en top zichzelf, helemaal in balans met haar hoge ambt. Te weten dat ze ontzag kon opwekkend, wond haar op een vreemde manier op. Ontzagwekkend, ja dat was ze beslist. Fijn te weten dat het er was en dat ze het onophoudelijk kon gebruiken voor het hogere. Dat overstijgende van haar vak ging haar zo gemakkelijk af, dat ze besefte een roeping te volgen. Een geroepene te zijn die het hoge mocht dienen. Of dat ze misschien wel een onlosmakelijk deel van dat hogere uitmaakte. Die laatste gedachte schudde ze van zich af. Bescheiden te blijven, hoorde nu eenmaal bij haar functie. De rol als dienares van de burgers, was haar immers op het lijf geschreven. Ook al bleef de term meesteres er uiteraard niet bij toeval in voorkomen. ‘Burgermeesteres’, proefde ze haar missie en het smaakte verdulleme niet verkeerd. Genoegzaam keek ze terug op dat gesprek met die uitbater van Theothorne. Die had ze moeiteloos weten te intimideren. Ze had de feestzaalhouder ontboden om hem uit te leggen dat hij er vooral goed aan deed zijn omzet niet met een avondprogramma tijdens de drie aanstaande kermisavonden in Dieren te genereren. Wel een lieve man, overigens. Maar uiteraard geen partij voor het gezag waarmee zij de kaarten op tafel legde. ‘Heur eens Vloed’, had ze hem voorgehouden, ‘die boeren kunnen er gewoon niet goed tegen. Dat wordt knok als jij je tent tot twee uur openhoudt.’ Allicht was het ventje gaan sputteren dat hij daarvoor alle benodigde vergunningen bezat. Maar een simpele verwijzing naar het mogelijk erg nare verloop van een verleningsaanvraag van al die vergunningen op termijn, had hem al doen inbinden. Ze had haar strenge edoch rechtvaardige blik opgezet en zag zijn weerstand smelten als sneeuw voor de zon. Dikke pech dat hij alle verloven van zijn personeel had ingetrokken om die feestavonden de nodige spiritualiĆ«n te verspreiden onder de biertentbezoekers. Typisch gevalletje van ‘jammer dan’ dat hij al bandjes en dj’s had ingehuurd. Echt wel heel lekker om te horen dat hij zijn ingekochte beveiligers moest gaan afbellen. Och, en de schat had om een briefje gevraagd, waarin het allemaal zwart-op-wit stond. Alsof hij te laat op school was gekomen en zonder toestemming van de conciĆ«rge de klas niet meer in mocht. Nou, dat briefje had ze hem gegeven en tegelijker tijd had ze hem op een briefje kunnen geven dat hij daarmee juridisch geen poot had om op te staan. Juridisch bezat hij namelijk de vergunning om open te blijven tot twee uur. Maar daar zat hem nu juist de crux. Dat ze haar gezagskracht tot het laten klinken van een machtswoord had moeten aanspreken. Het jeukende gevoel dit soort ondernemers de nering uit de mond te stoten, was nog eens versterkt door zijn gejammer over die beveiligers. Dat middenstandsplebs kon zich maar al te gemakkelijk permitteren veiligheid te kopen. Wat een schril contrast met haar afhankelijke positie ten opzichte van korpsbeheerder Krikke van Arnhem die haar met anderhalve veldwachter afscheepte in tijden van alcoholopstanden in haar dorpen. Nee, deze kruistocht vocht ze alleen, wist ze. En met succes!
Nel Son
Geen opmerkingen:
Een reactie posten